TARE/ZERO"-knop: Als er een lading op de weegschaal staat, kunt u door op deze knop te drukken het
gewicht van de lading tarreren.
Opmerking: De tarrafunctie elimineert het gewicht dat aan de weegschaal hangt, zoals een container of
schaal. Er wordt dus alleen het gewicht vermeld van de items die aan deze container/schaal worden
toegevoegd.
3.2.
Klaarmaken voor gebruik
PLAATS VAN HET APPARAAT
De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 40°C en de relatieve vochtigheid moet lager zijn dan
85%. Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waarin het apparaat wordt gebruikt. Er moet minstens 10
cm afstand zijn tussen elke kant van het apparaat en de muur of andere voorwerpen. Het apparaat moet
altijd worden gebruikt op een vlakke, stabiele, schone, brandvrije en droge ondergrond en buiten het
bereik van kinderen en personen met beperkte mentale en sensorische functies. Plaats het apparaat zo
dat u altijd bij de stekker kunt. Het op het apparaat aangesloten netsnoer moet correct geaard zijn en
overeenkomen met de technische gegevens op het productetiket.
3.3.
Gebruik van het apparaat
1. Zorg er vóór gebruik voor dat de ruimte waarin de weegschaal wordt gebruikt voldoende ruimte
biedt om de weegschaal te kunnen gebruiken.
2. De weegschaal moet aan een stevige steun worden opgehangen (bijvoorbeeld een sterk touw of
ketting met een sterkte van 5 keer het draagvermogen van de weegschaal).
3. Hang de weegschaal verticaal, schakel de weegschaal in.
4. Als u de weegschaal inschakelt of tarrat terwijl de weegschaal in horizontale stand staat, zal de
verticale meting niet correct zijn.
5. Bevestig de weegschaal aan de daarvoor bestemde drager door de borgpen op de bovenste haak
los te draaien. Verwijder de bovenste haak van de weegschaal en zorg ervoor dat geen van de
rubberen ringen op de weegschaal zich op de verkeerde plaats bevindt.
6. Plaats vervolgens de bovenste haak op de geselecteerde drager. Bevestig de bovenste haak
opnieuw aan de weegschaal met behulp van de paspen. Zet de verbinding vast met een pin.
7. Zorg ervoor dat de weegschaal goed vastzit voordat u de onderste haak in het onderste haakgat
plaatst.
8. Plaats de te wegen voorwerpen aan de onderste haak.
9. Verwijder de last onmiddellijk na het wegen van de weegschaal. Schade aan de weegschaal kan
ontstaan doordat de lading langdurig op de weegschaal blijft staan.
3.3.1.
Kalibratie.
Schakel de weegschaal in, houd de HOLD/UNIT-knop 2 seconden ingedrukt, het display toont CAL en de
kalibratiewaarde. Laad de standaardweegschaal volgens wat het display toont. Op het display wordt de
volgende kalibratiewaarde weergegeven. Laad de standaardweegschaal volgens wat op het display wordt
weergegeven. Als de kalibratie succesvol is, toont het display PASS. Als de kalibratie mislukt, kan op de
AAN/UIT-knop worden gedrukt.
3.4.
Reiniging en onderhoud
a)
Gebruik alleen niet-corrosieve reinigingsmiddelen om het oppervlak te reinigen.
b)
Na het reinigen van het apparaat moeten alle onderdelen volledig worden gedroogd alvorens het
opnieuw te gebruiken.
c)
Bewaar het toestel op een droge, koele plaats, vrij van vocht en directe blootstelling aan zonlicht.
d)
Spuit het apparaat niet af met een waterstraal en dompel het niet onder in water.
e)
Het apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd om de technische doeltreffendheid ervan te
controleren en eventuele schade op te sporen.
f)
Laat de batterij niet in het apparaat zitten als het langere tijd niet wordt gebruikt.
g)
Gebruik voor reinigen een zachte, vochtige doek.
h)
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe en/of metalen voorwerpen (bijv. een staalborstel of een
metalen spatel) omdat deze het oppervlaktemateriaal van het apparaat kunnen beschadigen.
NL