4.- DE HOOFDSTANG
BEVESTIGEN.-
Breng de stuurstang (56) bij het
uitstekende gedeelte op het centraal
gedeelte,
Fig.4,
verbindingstukken (54) en (55) Fig.4A
aan. Breng de punt (63), van de tractie
in de steun van de kabel van de
spanbediening (T), zie Fig.4B, trek
vervolgens aan de kabel (63) totdat
die in de gleuf komt, zie Fig.4D, breng
daarna
de
uitstekende gedeelte van het centraal
gedeelte aan, Fig.4, let er daarbij op
dat de kabels vrij blijven en dat
spanningsbediening (63) goed werkt.
Plaats nu de eerder weggenomen
schroeven (52) met de tussenringen
(31) Fig.4, controleer echter eerst of
het stuur is uitgelijnd, draai dan de
schroeven stevig vast.
5.- PLAATSING VAN HET
STUUR.-
Haal de flens van het stuur, plaats het
stuur (5) tesamen met de greepbeugel
(56), Fig.5, plaats het beschermkapje
(10).en de stelknop (12) en draai vast,
controleer, voordat u de schroeven
stevig vastdraait, of het stuur recht
staat.
6.- HET ZADEL BEVESTIGEN.-
Verwijder
schroeven
sluitringen (16) van de onderkant van
het zadel (15).
Bevestig het zadel (15) in de richting
van de pijl, Fig.6, op de stutplaat van
het zadel (18).
Vervolgens brengt u de zadelpen door
het gat in het centrale frame (29),
plaats de stelknop van de zadelpen
(22)
zet
de
comfortabele stand door middel van de
stelknop (22) en draait kloksgewijs
en
sluit
stuurstang
op
(17)
zadelpen
op
vast.
7.- INSTELLEN HOOGTE
ZADEL.-
Draai de instelknop van het zadel (22)
de
een beetje los, Fig.6, tegen de wijzers
van de klok in en trek de knop een
beetje naar u toe. Wanneer het zadel
op de juiste hoogte staat, laat u de
knop los en deze valt in de gaatjes
van de zadelpen. Draai de knop vast
door in de richting van de wijzers van
het
de klok te draaien.
8.- DE ELEKTRONISCHE
MONITOR MONTEREN.-
Verwijder de schroeven (2) van de
achterkant van de monitor, plaats de
monitor
hoofdstang (56) in de richting van de
pijl, Fig.7, ervoor zorgend dat er geen
kabels klem komen te zitten. Bevestig
de schroeven opnieuw en maak ze
vast, sluit de handgreepklem (4) en de
feedback
achterkant van de monitor, zoals
weergegeven in Fig.7.
9.- REGELEN VAN DE
INSPANNING.-
Om de te leveren inspanning bij een
oefening te kunnen regelen, beschikt
deze eenheid over een spanbediening
(63) in de stuurstang met verschillende
en
weerstand mogelijkheden, Fig.8.
Om de weerstand van de pedalen te
verhogen, draait u de spanbediening
(63) met de klok mee (+) totdat u de
ideale inspanning voor uw oefening
bekomt.
Om de weerstand van de pedalen te
verminderen,
spanbediening (63) tegen de klok in (-).
een
31
vervolgens
bovenop
klem
(55)
aan
draait
de
op
de
u
de