NL-NL: Installatieblad
Beschrijving
NXG-208N 8-zone-uitbreiding voegt 8 bedrade zone-ingangen
toe aan een xGenConnect-systeem.
NXG-216N 16-zone-uitbreiding voegt 16 bedrade zone-
ingangen toe aan een xGenConnect-systeem.
Afbeelding 2: Module-indeling
(1)
Zone-aansluitconnectoren
(2)
Sabotageaansluiting
(3)
xGen-busaansluitingen
(4)
USBUP-poort
Aansluitingen
•
POS-, NEG-, LAN+, LAN−: xGen-busaansluitingen
•
TAM: Sabotageconnector behuizing. Indien niet in gebruik,
aansluiten op de COM-aansluiting.
•
AUX: +12V-hulpvoeding
•
Z9 tot Z16/Z24: Zone-ingangen
•
COM: Gemeenschappelijke zone-aansluitconnectoren
WAARSCHUWING:
Om het risico van potentieel brandgevaar
en elektrische veiligheidsrisico's te verminderen:
•
Bewaar geen andere materialen dan de door de fabrikant
aanbevolen accessoires in de kast. Plaats met name geen
brandbare of elektrisch geleidende materialen in de
behuizing.
•
Het product is op de juiste manier gemonteerd om
veiligheidsrisico's te voorkomen (d.w.z. gemonteerd op
een niet-brandbaar of vlamvertragend oppervlak).
Installatie
Montage van de module
Om de module in de xGenConnect te monteren, volgt u de
stappen in afbeelding 3.
De module aansluiten
Sluit de module aan op de xGen-bus met behulp van de xGen-
busaansluitingen (Afbeelding 2, artikel 3).
Gebruik een getwiste tweeaderige afgeschermde datakabel
zoals WCAT52 of WCAT54 om de module op de xGen-bus
aan te sluiten.
De module biedt aansluitingen voor zone-ingangen en
hulp/algemeen voor de voeding. De module wordt gevoed door
de xGen-bus. Raadpleeg de xGenConnect installatie- en
programmeerhandleiding voor actuele beperkingen voor de
relevante standaard.
Plaats een TERM-jumper (Afbeelding 2, artikel 5) op de eerste
en laatste module op een kabel voor de juiste RS-485-
aansluitingen en om communicatieproblemen door reflectie
van signalen, etc. te voorkomen.
Sluit de sensoren aan op de zone-ingangen. Raadpleeg de
xGenConnect installatie- en programmeerhandleiding voor
meer informatie.
P/N 466-6819-ML • REV C • ISS 22MAR21
(5)
TERM-kabel
(6)
LEARN-knop
(7)
CONFIG-LED
De module registreren
Automatische registratie
Houd de registratieknop op de xGenConnect-centrale
gedurende 2 seconden ingedrukt. De centrale bevindt zich nu
in de automatische registratiemodus en zoekt naar de nieuwe
module.
Als de registratie is gelukt, knippert de CONFIG-LED elke
2 seconden.
Handmatige registratie
Volg deze stappen om de module te registreren:
1.
Meld u als installateur aan bij de xGenConnect-centrale
via de centralewebserver.
2.
Klik op Geavanceerd > Apparaten > Systeemapparaten >
Besturing > Apparaat 1.
3.
Ga naar de functie Registreren.
4.
Selecteer Handmatig registreren.
5.
Klik op Opslaan.
6.
Houd de LEARN-knop (Afbeelding 2, artikel 6) ingedrukt
totdat de CONFIG-LED (artikel 7) knippert en laat
vervolgens de knop los.
Ga door met het programmeren van het systeem en de extra
modules. Raadpleeg de xGenConnect installatie- en
programmeerhandleiding voor meer informatie.
Firmware
De modulefirmware kan op afstand worden geüpgraded via
DLX900 of lokaal met een USBUP via de USBUP-poort op de
module (Afbeelding 2, artikel 4).
Specificaties
Te gebruiken met
xGenConnect-beveiligingssysteem
Spanning
12,0 tot 13,5 VDC (geleverd door
centrale)
Stroom
30 mA (nominaal)
Secundaire uitgang
Geleverd door xGen-bus, max. 400 mA
Afmetingen printplaat
153 x 57 mm
Gewicht printplaat
0,06 kg
0 tot +49°C
Bedrijfstemperatuur
−34 tot +60°C
Opslagtemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
tot 85% niet-condenserend
Regelgeving
In de handel gebracht door:
Fabrikant
Carrier Fire & Security Americas Corporation, Inc.
13995 Pasteur Blvd
Palm Beach Gardens, FL 33418, VS
Geautoriseerde EU-vertegenwoordiger:
Carrier Fire & Security B.V.
Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, Nederland
13 / 14