REF. 60029
8. Plaats de kettingafdekking terug en draai de vergren-
delknop rechtsom om deze vast te zetten.
9. Verwijder alle speling van de ketting door de knop
van de kettingspanner rechtsom te draaien totdat de
ketting goed tegen het zaagblad zit, met de aandrijfs-
chakels in de zaagbladgroef.
10. Houd de punt van het zaagblad omhoog en draai de
borgbout van de kettingkap vast.
11. De ketting is correct gespannen als er geen doorhan-
ging aan de onderkant van het zaagblad zit en de ke-
tting nauw aansluit, maar kan zonder binding met de
hand worden gedraaid.
Het afstellen van de kettingspanning
Draai de knop van de kettingspanner omlaag (+) voor een
strakkere spanning.
Draai de knop van de kettingspanner omhoog (-) om de
spanning te verminderen.
Kettingsmering controleren
1. Richt de punt van de staaf op ongeveer 20 cm van een
lichtgekleurd oppervlak.
2. Na 1 minuut draaien op ¾ gas geven, zou u een dui-
delijke lijn olie op het oppervlak moeten zien.
Als het automatische smeersysteem niet werkt:
1. Controleer of het oliekanaal in de staaf niet verstopt is.
2. Controleer of de groef in de rand van de balk schoon
is.
3. Controleer of het tandwiel van de bartip vrij kan
draaien en of het smeergat niet geblokkeerd is.
De frezen vijlen
LET OP! U moet alle frezen in de opgegeven hoeken en op
dezelfde lengte vijlen voor een snelle snede.
1. Span de ketting.
2. Voer de vulling in het midden van de staaf uit met een
ronde vijl en houder.
3. Houd de vijl waterpas met de bovenplaat van de tand
en laat deze niet dippen of schommelen.
4. Gebruik een lichte maar stevige druk om naar de
voorste hoek van de tand te strijken.
5. Til de vijl bij elke teruggaande slag weg van het staal.
6. Vijl alle linkse frezen in één richting. Ga dan naar de
andere kant en vijl de rechtersnijders in de tegenover-
gestelde richting.
7. Verwijder vullingen uit de vijl met een staalborstel.
Vijlhoek voor boven- / zijplaat
De juiste vijlhoek van de boven- en zijplaten zijn respectie-
velijk 30º en 80º:
De diepteaanslag moet op een vrije ruimte van 0,6 mm
worden gehouden. U kunt hiervoor een platte vijl en een
dieptemeter gebruiken. U moet de oorspronkelijke vorm
van elke verlaagde meter herstellen door de voorkant af
te ronden:
· 47 ·