•
Schroef de 4 montagebeugels voor het
aanrechtblad op de zijkanten van het
product.
•
Zet het apparaat in de opening.
2.3. elektrische AAnsluiting
en veiligheid
WAARSCHUWING: De elektrische
aansluiting van dit apparaat mag
uitsluitend worden uitgevoerd door
erkend onderhoudspersoneel of een
gekwalificeerd elektricien en
overeenkomstig de instructies van deze
handleiding en conform de geldende
voorschriften.
WAARSCHUWING: DIT TOESTEL
MOET WORDEN GEAARD.
•
Voordat dit apparaat op de stroom
wordt aangesloten, dient het
maximale vermogen van het apparaat
(weergegeven op het identificatielabel
van het apparaat) te worden vergeleken
met de beschikbare netspanning, en de
bedrading van de netspanning moet het
maximale vermogen van het apparaat
aankunnen (ook weergegeven op het
identificatielabel van het apparaat).
•
Zorg er tijdens installatie voor dat er
geïsoleerde kabels worden gebruikt.
Een onjuiste aansluiting kan uw
apparaat beschadigen. Als het
stroomsnoer beschadigd is, dient
dit door gekwalificeerd personeel te
worden vervangen.
•
Gebruik geen adapters,
meerwegstekkers en/of verlengkabels.
•
De stroomkabel moet uit de buurt blijven
van hete delen van het apparaat en
mag niet worden gebogen of geklemd.
Anders kan de kabel beschadigd raken
en kortsluiting veroorzaken.
•
Als het apparaat niet met een stekker
aan de netstroom wordt aangesloten,
dient een isolatorschakelaar die
geschikt is voor alle polen (met
minstens 3 mm contactruimte)
te worden gebruikt om aan de
veiligheidsvoorschriften te voldoen.
•
Nadat het apparaat is geïnstalleerd
moet de gezekerde schakelaar
eenvoudig bereikbaar zijn.
•
Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed
vastzitten.
•
Bevestig de stroomkabel in de
kabelklem en sluit de deksel.
•
De aansluiting op het klemmenblok
wordt gedaan op de aansluitkast.
N
PE
4
5
3
2
1
L3
L2
L1
NL - 13
N
PE
4
5
3
2
1
L