6.1 Omschakelaar links/rechtsdraaiend / Aan/
Uit-schakelaar (fi g. 3/ pos. 3).
Met de tuimelschakelaar (3) kunt u kiezen tussen
links en rechts draaiend.
R → Schroef/moer losdraaien (linksom)
F → Schroef/moer aanhalen (rechtsom)
Aanwijzing!
Laat, om beschadigingen aan de transmissie te
voorkomen, het apparaat volledig tot stilstand ko-
men voordat u de draairichting wijzigt!
6.2 Werken met de slagmoersleutel
Losdraaien
•
Steek het dopsleutelinzetstuk op de slagmo-
ersleutel (zie punt 5.).
•
Zet de slagmoersleutel op de schroef/moer
en druk de tuimelschakelaar (3) in positie ‚R'
om de schroef/moer los te draaien.
•
Als schroeven/moeren sterk vastzitten of
aangeroest zijn, is het aan te raden de
schroeven/moeren te beginnen los te draaien
m.b.v. een kruissleutel of momentsleutel.
Aanhalen:
•
Waarschuwing! Het is aan te bevelen de
slagmoersleutel enkel voor het losdraaien
van schroeven/moeren te gebruiken. Indien
schroeven/moeren echter met de slagmo-
ersleutel moeten worden aangehaald, dient
men een hiervoor geschikte koppelbegrenzer
te gebruiken, omdat anders schade aan de
schroefverbinding kan ontstaan. Deze zijn
verkrijgbaar in de gespecialiseerde handel en
niet bij de leveringsomvang begrepen.
•
Vóór het aanhalen voert u de schroef/moer
zorgvuldig in de draad.
•
Haal schroeven/moeren waarvoor een
aanspankoppel is opgegeven (b.v. in de
motorrijtuigsector door de fabrikant van het
voertuig), uitsluitend aan d.m.v. een hiervoor
geschikte koppelbegrenzer.
Gevaar!
Haal schroeven/moeren aan met een moments-
leutel op het aanspankoppel dat door de fabrikant
is voorgeschreven of controleer het aanspankop-
pel!
Anl_CC_IW_950_1_SPK2.indb 33
Anl_CC_IW_950_1_SPK2.indb 33
NL
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien.
Gevaar! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
8.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 33 -
26.02.2024 09:20:52
26.02.2024 09:20:52