Mogelijke fouten
Hieronder worden mogelijke fouten, hun oorzaken en de oplossing weergegeven.
Fout
De afstandsbediening (2)
reageert niet.
De dronebal (1) reageert niet.
De dronebal (1) kan niet
worden bestuurd.
De dronebal (1) vliegt niet naar
boven.
Mogelijke oorzaak
De afstandsbediening (2) is
uitgeschakeld.
De batterijen (5) zijn verkeerd
geplaatst.
De batterijen (5) zijn leeg.
De batterijen (5) in de
afstandsbediening (2) zijn
verkeerd geplaatst of leeg.
De accu van de dronebal (1)
is leeg.
De dronebal (1) is buiten
bereik.
Te sterke wind of trek.
De dronebal moet worden
gekalibreerd.
Onvoldoende gas.
De accu is leeg.
Oplossing
Schakel de afstandsbediening
(2) in.
Plaats de batterijen (5) correct.
Verwissel de batterijen (5).
Controleer de batterijen (5) en
verwissel ze indien nodig.
Laad de accu op.
Zorg ervoor dat de afstand
tussen de afstandsbediening (2)
en de dronebal (1) niet meer
bedraagt dan maximaal 25
meter.
De dronebal (1) is alleen
geschikt voor een windstille
omgeving zonder trek.
Plaats de dronebal (1) op een
vlakke ondergrond die water-
pas is. Beweeg tegelijkertijd de
gashendel (2c) en de stuurhen-
del (2d) naar rechtsonder. De
LED-positielampjes (1e) van de
dronebal knipperen geduren-
de 3 seconden. Zodra deze
continu branden, is de kalibratie
afgesloten en is de dronebal
gereed om te vliegen.
Aanwijzing: Herhaal de
kalibratie wanneer de dronebal
nog steeds ongecontroleerd in
een richting vliegt.
Beweeg de gashendel (2c)
naar voren.
Laad de accu op.
NL/BE
49