BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET OPLADEN EN GEBRUIK VAN
OPLAADBARE BATTERIJEN
1.
Laad de batterijen altijd minimaal eens elke 2 maanden op.
2.
Zorg ervoor dat de batterijschakelaar in het batterijvak in de stand "NiMH" staat.
3.
Plaats de batterijen in het vak en let daarbij op de juiste polariteit van de batterijen (+ en -).
4.
Eerste gebruik: Laad nieuwe batterijen in één continue, ononderbroken oplaadbeurt op tot ze vol zijn. Deze
eerste oplaadbeurt kan wat langer duren dan normaal. Voor een langere levensduur van batterijen wordt
aanbevolen om batterijen altijd in één continue, ononderbroken oplaadbeurt op te laden tot de batterijen vol zijn
en de batterijen daarna niet opnieuw op te laden zolang de batterijen nog vol zijn.
5.
Nieuwe batterijen zullen hun volledige capaciteit pas na enige tijd van gebruik bereiken (een aantal laad- en
ontlaadcycli).
6.
Laat de volledige groep batterijen in de radio zitten en gebruik deze batterijen of een aantal van deze batterijen
niet voor andere doeleinden. Dit resulteert in een mix van (volledig) opgeladen batterijen en (gedeeltelijk) lege
batterijen. Dit kan de batterijen en de radio ernstig beschadigen bij het opladen.
7.
Het wordt aanbevolen de batterijen bij een kamertemperatuur tussen 5 graden C – 35 graden C op te laden. Bij
lagere of hogere temperaturen kunnen de batterijen niet volledig worden opgeladen.
8.
Afhankelijk van de capaciteit van de batterijen, kan het opladen van "leeg" tot "vol" enkele uren in beslag nemen,
zelfs tot 6 uur of meer.
9.
Laad batterijen niet op als de radio warm is of is blootgesteld aan warmtebronnen.
10.
Het wordt aanbevolen de metalen contactpunten van de batterijen en de oplader in de radio van tijd tot tijd te
reinigen, bijv. met een schoonmaakspray voor elektronische contacten.
11.
Gebruik geen mix van oude en nieuwe oplaadbare batterijen.
12.
Gebruik geen mix van oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen.
13.
Gebruik geen mix van volle en lege oplaadbare batterijen.
14.
Gebruik geen batterijen die een verschillende mAh-capaciteit hebben.
15.
Gebruik geen beschadigde, vervormde of lekkende batterijen.
16.
De weergave van het batterijniveau is slechts een indicatie en kan variëren, afhankelijk van het gebruikte soort
batterijen.
17.
Batterijen kunnen warm worden tijdens het opladen.
18.
In koude omstandigheden zal de capaciteit van de batterijen veel lager zijn dan bij kamertemperatuur.
19.
Batterijen (zelfs indien meegeleverd met de radio), zijn verbruiksartikelen, en vallen daarom niet
garantievoorwaarden van de radio.
20.
Batterijen mogen niet worden weggegooid bij het huisvuil of worden verbrand.
21.
Wegwerpbatterijen moeten indien mogelijk naar een geschikt recyclingcentrum worden gebracht.
22.
LET OP
"Explosiegevaar indien de batterijen worden vervanger door batterijen van een onjuist type."
GB
F
E
NL
D
37