pathologische bewegingspatronen te verminderen, en het
dragen van gewicht te vergemakkelijken.
SF
39
40
De onderkant van de voetensteun mag niet onder het
S
eerste segment van de steunpoot worden aangebracht.
41
De voetensteun (
de steunpoot van de autostoel geklemd.
Open hiervoor het scharnier.
Plaats het scharnier om de spil van de
steunpoot.
Sluit het scharnier. Het slot van het
scharnier moet daarbij hoorbaar
vastklikken.
Ze het scharnier van de voetensteun
vast door de draaigreep te gebruiken
totdat het scharnier vastzit aan de spil
van de steunpoot. Stel de hoogte in met
behulp van de draaigreep. Draai aan de
draaigreep om de klem van het scharnier
los te maken, pas de hoogte van de
voetensteun op de steunpoot aan en
draai de draaigreep weer vast.
) wordt om de spil van
SE SF
max.
136