Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
5. Controleer de machine voor elk gebruik visueel om
ervoor te zorgen dat het maaiblad, de montagebouten
en de volledige maai-inrichting in goede staat zijn (d.w.z.
niet versleten of beschadigd). Vervang versleten of
beschadigde messen en montagebouten als één geheel
om eventuele onbalans te voorkomen (indien van
toepassing).
De machine gebruiken
1. Laat de motor niet in afgesloten ruimtes draaien
omdat er zich gevaarlijk koolstofmonoxidegas kan
vormen.
2. Maai alleen op klaarlichte dag of in goed verlichte
omstandigheden. Gebruik de machine zo weinig
mogelijk op nat gras.
3. Zorg dat u altijd stevig staat wanneer u op hellingen
werkt.
4. Gebruik de machine alleen op wandelsnelheid.
5. Voor machines met wielen: maai altijd zijdelings op
hellingen, d.w.z. nooit recht naar boven of recht naar
beneden.
6. Wees bijzonder voorzichtig als u van richting
verandert op een helling.
7. Maai niet op hellingen die te steil zijn.
N
8. Wees altijd extra voorzichtig wanneer u de grasmaaier
omdraait en naar u toe trekt.
L
9. Schakel de grasmaaier uit en zorg ervoor dat het
maaiblad volledig tot stilstand is gekomen als de
maaier moet worden gekanteld om hem over andere
oppervlakken dan gazons te transporteren en wanneer
hij moet worden verplaatst van of naar het gebied dat u
wilt maaien.
10. Gebruik de grasmaaier nooit als het maaiblad
of de veiligheidsroosters beschadigd zijn, of zonder
de bevestigde beschermingen, bijv. leiplaten en/of
grasopvangbakken.
108
11. Verander de toerentalinstellingen niet en stel ze nooit
te hoog in.
12. Zet de motorrem los voordat u de motor start.
13. Start de motor voorzichtig en volgens de instructies
van de fabrikant. Zorg ervoor dat uw voeten ver genoeg
van het maaiblad verwijderd zijn!
14. Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor start,
tenzij hij een beetje van de grond moet worden getild om
hem te starten. Kantel in dergelijke gevallen de maaier
niet meer dan absoluut noodzakelijk en til enkel de kant
op die zich weg van de gebruiker bevindt.
15. Start de motor nooit terwijl u voor de uitvoer staat.
16. Beweeg uw handen of voeten nooit naar of onder
roterende onderdelen. Blijf altijd uit de uitvoeropening.
17. Til of draag een grasmaaier nooit terwijl de motor
draait.
18. Schakel de motor uit en trek de bougiestekker uit:
- voordat u blokkeringen of obstructies uit de uitvoer
haalt.
- voordat u controles, reiniging, onderhoud of andere
werkzaamheden aan de grasmaaier uitvoert.
- als de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt. In dat
geval moet u controleren of de maaier beschadigd is en
voert u de nodige herstellingen uit voordat u de machine
opnieuw start en verder werkt.
Als de grasmaaier uitzonderlijk hard begint te trillen,
moet u hem onmiddellijk uitzetten en controleren.
19. Schakel de motor uit:
- wanneer u de grasmaaier even onbewaakt achterlaat.
- voordat u gaat tanken.
20. Het gebruik van de machine aan een hogere
snelheid dan normaal kan het risico op ongelukken
verhogen.
Publicidad
