draaien.
3. Vul zaagblad- en kettingolie bij tot de tank bijna
helemaal vol is.
4. Voorkom dat er vuil in de olietank komt, plaats de
olievuldop terug en draai de dop rechtsom vast tot
deze handvast zit.
Het is belangrijk om een smeermiddel voor
zaagbladen en kettingen (geen auto-olie) te
gebruiken dat is samengesteld om te presteren
over een breed temperatuurbereik zonder dat
verdunning nodig is. Deze is verkrijgbaar op de
locatie op de locatie waar u deze zaag hebt
gekocht of bij uw plaatselijke bouwmarkt. Gebruik
geen vuile, gebruikte of anderszins verontreinigde
oliën. Het zaagblad of de ketting kan beschadigd
raken. Bij gebruik van niet-goedgekeurde
zaagblad- en kettingolie vervalt de garantie. Houd
zaagbladolie buiten het bereik van kinderen.
Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
Bewaar buiten bereik van hitte of open vuur.
A
F
NL
BEDIENING
De stokzaag starten
G
1. Druk eerst de veiligheids ontgrendelingshendel
naar voren, knijp vervolgens in en houd de
112
2
1
gashendeltrekker ingedrukt om de machine te
starten.
NOTITIE: Meer details zijn te vinden in de
handleiding van de aandrijfkop.
ZAGEN
BELANGRIJK: Controleer de olietank
regelmatig. Controleer de spanning van de
recent vervangen ketting telkens wanneer u het
accupakket vervangt.
(1) Installeren van het accupack in de machine.
(2) Laat de ketting tijdens het gebruik niet in contact
komen met de grond, want dit zal de ketting bot
maken.
(3) Gebruik beide handen om de zaag vast te houden.
(4) Zorg ervoor dat u stevig staat. Houd de voeten op
schouderbreedte uit elkaar. Verdeel uw gewicht
gelijkmatig over beide voeten.
(5) Wanneer u klaar bent om een zaagsnede te
maken, volgt u de bovenstaande startprocedures
en snelheidsselectie. Dit zal de zaag inschakelen.
Als u de trekker loslaat, wordt de zaag
uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de zaag op volle
snelheid draait voordat u met zagen begint.
(6) Plaats de bewegende ketting langzaam tegen het
hout wanneer u met zagen begint. Het hout moet
zo dicht mogelijk bij de snoeikop zijn. Houd de
zaag stevig op zijn plaats om mogelijk stuiteren
of schuiven (zijwaartse beweging) van de zaag te
voorkomen.
(7) Geleid de zaag met lichte druk en oefen geen
overmatige kracht uit op de zaag; laat de zaag
zijn werk doen. De motor raakt overbelast en kan
doorbranden. Het zal het werk beter en veiliger
doen in het tempo waarvoor het bedoeld was.
(8) Verwijder de zaag van een zaagsnede terwijl de
zaag op volle snelheid draait. Stop de zaag. Zorg
ervoor dat de ketting is gestopt voordat u de zaag
neerzet.
(9) Oefen op afvalhout in een veilige werkomgeving
totdat u zich op uw gemak voelt en gebruik
een vloeiende beweging en een gelijkmatige
zaagsnelheid.
TERUGSLAGVEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
OP DEZE ZAAG
Deze zaag heeft een ketting met een lage terugslag
en een kettinggeleider met verminderde terugslag.
Beide items verminderen de kans op terugslag. Er kan
echter nog steeds wat terugslag optreden met deze
zaag.
Ter voorkoming van zaagterugslag.
• Gebruik beide handen om de zaag vast te houden
terwijl de zaag draait. Gebruik een stevige grip.
• Houd alle veiligheidsvoorzieningen op hun plaats
op de zaag. Zorg ervoor dat ze goed werken.
• Zorg ervoor dat u te allen tijde stevig staat en uw
evenwicht bewaart.
• Ga iets links van de zaag staan. Dit voorkomt dat
uw lichaam in directe lijn staat met de ketting.
• Laat de neus van het zaagblad niets raken
wanneer de ketting beweegt.