V GEBRUIKSRICHTLIJNEN
De gebruiksrichtlijnen in dit gedeelte moeten als algemene regels beschouwd worden.
We raden voor alle programma's aan de gebruiksinformatie en het advies in hoofdstuk
7 zorgvuldig te lezen.
Elektroden plaatsen
Voor optimale resultaten gebruikt u de elektrodeposities die worden aanbevolen. Elke
stimulatiekabel heeft twee polen:
Een positieve pool (+) = rode aansluiting
Een negatieve pool (-) = zwarte aansluiting
Op elke pool moet een verschillende elektrode worden aangesloten.
Opmerking: Het is mogelijk en normaal om de elektroden zodanig te regelen dat één
NL
elektrode niet op een kabel wordt aangesloten.
Afhankelijk van de kenmerken van de stroom kan het effect in bepaalde programma's
worden geoptimaliseerd door de elektrode die op de positieve pool (rode aansluiting)
is aangesloten, strategisch te plaatsen.
Bij programma's waarbij spieren worden gedwongen samen te trekken, is het belangrijk
de positieve elektrode op het motorisch punt van de spier te plaatsen. Het is belangrijk
dat u de juiste afmeting van de elektroden (groot of klein) kiest en deze juist plaatst
op de spiergroep die u wilt stimuleren voor een optimaal effect van de behandeling.
Gebruik daarom altijd de afmeting van de elektroden die in de afbeeldingen wordt
weergegeven. Volg altijd de plaatsingsinstructies in de afbeeldingen op, tenzij u andere
specifieke instructies van uw arts ontvangt. Waar nodig zoekt u naar de beste positie
door de positieve elektrode langzaam over de spier te bewegen tot u het punt vindt
waarop de beste samentrekking plaatsvindt of dat voor u het meest comfortabel is.
Compex wijst elke verantwoordelijkheid af voor gevolgen van elektroden die op andere
posities geplaatst zijn.
182