■ Toetsvergrendeling
Druk op deze toets om de toetsen van de zendontvanger te
vergrendelen of te ontgrendelen. Wanneer de toetsvergrendeling
geactiveerd is, kunt u de Hulptoets, de toetsen Zijde 1 en Zijde 2
en de toets microfoon PF niet gebruiken.
Opmerking: U kunt nog steeds de volgende toetsenfuncties gebruiken
wanneer de toetsvergrendeling actief is: nood, alleenwerker, monitoren,
monitoren tijdelijk, squelch uit, squelch uit tijdelijk, toetsvergrendeling,
PTT + autodial.
■ Alleenwerker
Druk op deze toets om de functie alleenwerker in- of
uit te schakelen. Als de zendontvanger gedurende een
voorgeprogrammeerde tijdsperiode niet wordt gebruikt, zal een
alleenwerkertoon worden uitgezonden. Als geen toets wordt
ingedrukt terwijl de toon klinkt, gaat de zendontvanger vervolgens
over op de noodmodus.
■ Laag zendvermogen
Druk op deze toets om het zendvermogen op het huidige kanaal
op laag te schakelen om energie van de batterij te besparen.
■ Monitoren
Druk op deze toets om de signalen QT of DQT uit te schakelen.
Druk nogmaals op deze toets om terug te keren naar de normale
gebruiksmodus.
■ Monitoren tijdelijk
Houd deze toets ingedrukt om de signalen QT of DQT uit te
schakelen. Laat de toets los om terug te keren naar de normale
gebruiksmodus.
■ Paging
Nadat u het gewenste FleetSync-kanaal hebt gekozen, druk op
deze knop om uw PTT Lijst ID uit te zenden, om te vragen om een
oproep.
N-10