6.1.4 Bijstelling van de aanwijzer
van de maailimiet
– Draai de aanwijzer van de maailimiet
naar voren (Afb. 12.A) wanneer u nabij
bomen, stoepranden of omheiningen
werkt, om te vermijden er met de
snij-inrichting tegen te stoten.
6.1.5 Controle van de accu
Voor eender welk gebruik:
– de status van de accu controleren
volgens de aanwijzingen in de
handleiding van de accu.
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer steeds de veiligheidscontroles
uit vooraleer de machine te gebruiken.
6.2.1 Algemene controle
Object
Handgrepen (Afb. 1.E)
Bescherming van de
snij-inrichting (Afb. 1.D)
Schroeven van
de machine
Snij-inrichting (Afb. 1.C)
Accu (Afb. 1.G)
Doorgangen van de
koellucht (par 7.3)
Machine
Versnellingshendel (Afb.
7.A), veiligheidshendel
versnelling (Afb. 7.B)
Rijtest
Resultaat
Gereinigd, afgedroogd,
correct en stevig aan de
machine bevestigd.
Correct en stevig
bevestigd aan de
machine, niet versleten
of beschadigd.
Goed vastgedraaid
(niet los)
schoon, niet beschadigd
of versleten
Geen schade aan het
omhulsel, geen lekken
van vloeistoffen
Niet verstopt
Geen tekens van
beschadiging of slijtage
De beweging moet
vrij zijn, zonder
verklemmingen.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid
6.2.2 Test werking van de machine
Actie
1. Plaats de accu in zijn
huizing (par. 7.2.
2. druk op de
veiligheidsknop
(Afb. 7.C)
1. De machine opstarten
(par. 6.3 );
2. gelijktijdig de
bedieningshendel
van de versnelling
(Afb. 7.A) en de
veiligheidshendel
van de versnelling
indrukken (Afb. 7.B);
3. de versnellingshendel
(Afb. 7.A) en de
veiligheidshendel van
de versnelling(Afb.
7.B) loslaten.
Druk enkel de
bedieningshendel in
(Afb. 7.A).
Indien eender welke van deze
resultaten verschilt van wat aangegeven
is in de volgende tabellen, mag de
machine niet gebruikt worden! Breng de
machine naar een dienstcentrum voor
de nodige controles en herstelling.
6.3 STARTEN
1. Zorg ervoor dat de snij-inrichting niet
in aanraking komt met het terrein
of met andere voorwerpen;
2. Plaats de accu correct in
zitting (par. 7.2.3);
3. gelijktijdig de bedieningshendel van de
versnelling (Afb. 7.A) en de veiligheidshendel
van de versnelling indrukken (Afb. 7.B).
OPMERKING Bij iedere start
wordt er automatisch nieuwe draad
vrijgegeven (par. 6.4.2).
6.4 HET WERK
OPMERKING Vooraleer de eerste keer
te gaan maaien, moet men vertrouwd raken
met de machine en met de meest gepaste
maaitechnieken, neem de machine stevig
vast en voer de vereiste handelingen uit.
Doe als volgt om met de machine te werken:
NL - 11
Resultaat
De led (Fig. 7.D) moet
;
nu oplichten (elektrisch
3)
circuit ingeschakeld).
1. De snij-inrichting
mag niet bewegen.
2. De snij-inrichting
moet bewegen.
3. De hendels moeten
automatisch en snel
naar de neutrale
stand terugkeren
en de snij-inrichting
moet stilvallen.
De versnellingshendel
blijft geblokkeerd.
zijn