3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Montage (fi g. 4-11)
•
Kruiskopschroeven (fig. 3, pos A) met borg-
ring en onderlegplaatje aan beide kanten los-
draaien van de as. Vervolgens aan beide kan-
ten het transportwiel zoals getoond in fig. 4 op
de as schuiven en met de kruiskopschroeven,
borgring en onderlegplaatje (zie fig. 4 klein)
bevestigen.
•
Wielkappen (fig. 5, pos. 11) op de transport-
wielen drukken.
•
Snoerontlastingsklem (fig. 6a, pos. 5) op de
onderste schuifbeugel schuiven en de on-
derste schuifbeugel zoals getoond in fig. 6a
op de motoreenheid (fig. 6a, pos. 3) schuiven
en met de schroeven (fig. 6b, pos. 9) en de
stervormige moeren (fig. 6b, pos. 8) beves-
tigen.
•
Bovenste schuifbeugel (fig. 7a, pos. 1) op
de onderste schuifbeugel (fig. 7a, pos. 2)
schuiven en met de schroeven (fig. 7a, pos.
9) en de stervormige moeren (fig. 7a, pos. 8)
bevestigen.
•
2-hands veiligheidsschakelaar zoals getoond
in fig. 7b en 7c monteren aan de bovenste
schuifbeugel.
•
Kabel met 2 kabelbevestigingsclips (fig. 8,
pos. 7) bevestigen aan de schuifbeugels.
Stroomaansluiting
Het gereedschap kan worden aangesloten
op elk stopcontact van het lichtnet (met 220 V
wisselstroom). Er is echter slechts één veilig-
heidsstopcontact toegestaan die door een lei-
dingveiligheidsschakelaar voor 16 A moet worden
beveiligd. Bovendien dient een aardlekschakelaar
(RCD) met max. 30 mA opwaarts te zijn geïnstal-
NL
leerd!
Aansluitkabel van het gereedschap
Gebruik voor het gereedschap enkel intacte
aansluitkabels. De aansluitkabel van het ge-
reedschap mag niet willekeurig lang zijn (max.
50m) omdat anders het vermogen van de elektri-
sche motor vermindert. De aansluitkabel van het
gereedschap moet een dwarsdoorsnede van 3 x
1,5mm
hebben. Op aansluitkabels doen zich bij-
2
zonder vaak beschadigingen van de isolatie voor.
Oorzaken daarvoor zijn o.a.:
•
scheuren door veroudering van de isolatie
•
knikplaatsen door onoordeelkundig vastma-
ken of leiden van de aansluitkabel
Dergelijke defecte aansluitkabels worden gebruikt
ofschoon ze levensgevaarlijk zijn op grond van
de beschadigde isolatie. Kabels, stekkers en
stopcontacten moeten voldoen aan de hieronder
vermelde voorwaarden. Kabels voor het aanslu-
iten van bodemfrezen moeten voorzien zijn van
een rubberisolatie.
De aansluitkabels moeten minstens van het
type H05RN-F en drieaderig zijn. De benaming
van het type moet op de aansluitkabel van het
gereedschap gedrukt staan. Koop enkel geken-
merkte aansluitkabels! Stekkers en koppelingen
van aansluitkabels moeten van rubber zijn en
spatwaterdicht zijn. De aansluitkabels mogen niet
willekeurig lang zijn. Voor langere aansluitkabels
zijn geleiders met een grotere doorsnede vereist.
Aansluit- en verbindingskabels moeten regel-
matig op schade worden gecontroleerd. Let er
op dat de kabels tijdens de controle stroomloos
zijn. Wind de aansluitkabel van het gereedschap
helemaal af. Controleer ook de invoeringen van
de aansluitkabel, op stekkers en koppelingen, op
knikplaatsen.
- 54 -