4 Ingebruikneming
NL
1) Stel het startadres van de schijnwerpers in op 1 of
B
op een veelvoud van 4 + 1 (5, 9, 13, ... max. 61)
(
bedieningshandleiding van de schijnwerper).
2) Verbind de XLR-jack DMX OUTPUT (13) met de
DMX-signaalingang van de (eerste) schijnwerper.
(De XLR-jack is uitgerust met een vergrendeling.
Om de stekker uit te trekken, drukt u op de PUSH-
hendel.)
Voor het aansluiten, moet u een speciale kabel
voor hoge gegevensstroom gebruiken. Normale
afgeschermde microfoonkabels met een leidingdia-
meter van ten minste 2 × 0,22 mm
gering mogelijke capaciteit zijn alleen bij een totale
kabellengte tot 100 m aan te bevelen. Bij kabel-
lengten vanaf 150 m is het aanbevolen om een
DMX-ophaalversterker tussen te schakelen (b.v.
SR-103DMX van "img Stage Line").
3) Als er meerdere schijnwerpers van op het bestu-
ringspaneel moeten worden gestuurd, verbind dan
de DMX-uitgang van de eerste schijnwerper met de
DMX-ingang van de volgendeschijnwerper. Verbind
de uitgang hiervan opnieuw met de ingang van het
nageschakelde apparaat etc., tot alle schijnwerpers
in een ketting zijn aangesloten.
4) Sluit de DMX-uitgang van de laatste schijnwerper
van de ketting met een weerstand van 120 Ω
(> 0,3 W) af, maar ook wanneer slechts een schijn -
werper is aangesloten: Soldeer de weerstand vast
aan de pinnen 2 en 3 van een XLR-stekker en plug
de stekker in de DMX-uitgang, of gebruik een
overeenkomstige afsluitstekker (b.v. DLT-123 van
"img Stage Line").
5) Sluit de meegeleverde netadapter aan op de jack
DC INPUT (12) en plug de netadapter in een stop-
contact (230 V~/50 Hz).
6) Schakel met de POWER-schakelaar (11) het bestu-
ringspaneel in. De rode LED boven de toets
BLACKOUT (10) licht op: de schijnwerpers zijn
gedoofd (
hoofdstuk 4.1) en de rode LED boven
de toets HOLD (2): de modus HOLD is ingescha-
keld (
hoofdstuk 4.2).
7) Schakel het besturingspaneel na gebruik uit met de
POWER-schakelaar. Als de netadapter langere tijd
niet wordt gebruikt, trekt u hem uit het stopcontact,
want ook bij uitgeschakeld besturingspaneel is er
een gering stroomverbruik.
4.1 Helderheid van de schijnwerper
stroboscoopwerking
Na het inschakelen van het besturingspaneel is de
functie Blackout geactiveerd: de schijnwerpers zijn
gedoofd, de rode LED boven de toets BLACKOUT (10)
licht op.
1) Om de schijnwerper helder te schakelen, drukt u op
de toets BLACKOUT, zodat de LED boven de toets
uitgaat.
2) Stel met de regelaar DIMMER (7) de gewenste hel-
derheid van de schijnwerper in.
18
3) Om de stroboscoopwerking in te activeren, schuift
u de regelaar DIMMER in het bovenste regelbereik.
Hier kan de flitsfrequentie van traag ( ) tot snel
(
4) Met de toets BLACKOUT kunnen de schijnwerpers
worden gedoofd en opnieuw naar helder gescha-
keld. Zolang de schijnwerpers gedoofd zijn, licht ter
controle de rode LED boven de toets BLACKOUT
op.
5) U kunt op elk moment alle LEDʼs van de schijnwer-
pers op maximale helderheid schakelen (wit licht).
Houd hiervoor de toets FULL ON (9) ingedrukt.
2
en een zo
4.2 Modus HOLD
Na het inschakelen of als u op de toets HOLD (2) drukt,
is deze modus geactiveerd. Met de toetsen HOLD
COLOURS (1) kunt u 9 standaard ingestelde kleuren
selecteren.
4.3 Modus CHASE
In de modus CHASE worden de kleuren constant
gewisseld.
1) Selecteer deze modus met de toets CHASE (3).
Boven de toets licht de gele LED op.
2) Stel de gewenste kleuren of de gewenste wissel -
orde in met de regelaar CHASE/SPECTRUM MIX
(5). Gebruik de linker schaal in deze modus.
3) Stel de snelheid waarmee de kleuren wisselen in
met de regelaar CHASE SPEED/FADE TIME (6).
Gebruik ook hier de linker schaal.
4) De kleurwissel kan ook muziekgestuurd worden via
de ingebouwde microfoon. Druk hiervoor op de
toets SOUND (8), zodat de groene LED boven deze
toets oplicht. Draai het geluidsvolume van de
muziekinstallatie open tot de schijnwerpers naar
wens reageren op de muziek.
Door opnieuw op de toets SOUND te drukken,
kunt u de muzieksturing opnieuw uitschakelen.
4.4 Modus SPECTRUM
In de modus SPECTRUM kunt u 32 mengkleuren in -
stellen met de regelaar CHASE/SPECTRUM MIX (5).
1) Druk op de toets SPECTRUM MIX (4). De groene
LED boven de toets licht op.
2) Stel de gewenste kleur in met de regelaar CHASE /
SPECTRUM MIX. Gebruik de rechter schaal in
deze modus.
3) Als de regelaar CHASE / SPECTRUM MIX helemaal
onderaan in de stand COLOUR FADE staat, is de
overgangsfunctie ingesteld. Daarbij wordt continu
van de ene naar de andere kleur gewisseld. Stel de
snelheid van de overgang in met de regelaar
CHASE SPEED/FADE TIME (6). Gebruik hier de
rechter schaal.
) worden ingesteld.