NL
MONTAGEVOORSCHRIFT
1.
2.
1
2
Montage van het voorste
Zorg ervoor dat de voorvork van
(grote) wiel: Draai de snelsluiter
de step goed gepositioneerd
iets los.
is (remhendels zijn naar voren
gericht). Maak de remkabel los uit
de houder (zodat het wiel er door
past) en zet de remarmen iets
naar buiten.
7a.
7b.
Montage van het achterwiel is
De bovenste uitval zorgt voor een
vergelijkbaar met de montage
lage treeplank en vermindert zo
van het voorwiel. Echter er zijn
de belasting van het standbeen,
twee verschillende hoogtemo-
ideaal bij een lange tocht op een
gelijkheden bij de achtervork. De
vlakke ondergrond. Ook is deze
lage uitval maakt off-road rijden
stand minder vermoeiend.
mogelijk. Plaats het wiel in de
gewenste uitval en zorg dat het
goed is gecentreerd. Draai de
snelsluiter goed aan en breng de
remkabel terug in de houder.
48
48
3.
4.
Plaats het wiel in de voorvork en
Draai de moer aan
weerstand voelt voor het sluiten
zorg dat het goed is gecentreerd.
van de snelspanner. Sluit het op
Het patroon op de band (pijlvormige
een manier zodat de snelspanner
lijnen op de banden) moeten naar voren
naar achteren wijst (om veili-
(2)
wijzen.
gheidsredenen) en breng dan de
remkabel terug in de houder.
8.
9.
Installatie van remkabels:
Afstellen van remgrepen:
Schuif het ronde uiteinde van de
plaats de remgrepen in de juiste
remkabel in het grotere ronde
hellinghoek door de bout aan de
gat aan de onderkant van de
onderkant van de remgreep iets
remhendel. Herhaal dit bij de
los te draaien. Na juiste plaatsing
andere remkabel.
kan de bout weer worden vast-
gedraaid.
Voor de montage geldt meestal dat de
rechter remhendel het achterwiel remt en
De juiste helling: Ga staan op de treep-
de linker het voorwiel.
lank, houd de handgrepen vast en strek je
vingers op een manier dat je arm en de vin-
gers een rechte lijn vormen. Dit zou de juiste
positie van de remhendels moeten zijn.
5.
1
2
tot u
Stuur montage: Draai bij het
(1)
stuur de stuurpen omlaag zoals
afgebeeld op de foto en draai
de 4 slotbouten van de stuurpen
gelijkmatig aan.
10.
1
Afstellen van de remmen: Druk
de beide remarmen van de V-
-brake in de richting van de velg
van het wiel en stel met de juiste
sleutel de remblokjes zo af dat ze
bij het remmen met hun hele re-
moppervlak tegen de zijkant van
de velg wrijven (1). De remschoen
(remblok) hoort de band niet te
raken.
6.
1
2
Schuif het stuur respectievelijk de stu-
urstang in de balhoofdbuis
(1)
stel de
hoogte van het stuur in vanaf de grond
volgens de behoefte van de gebruiker,
waarbij de maximale uitschuifmoge-
lijkheid gemarkeerd is op de stuurpen.
Controleer of het stuur recht staat ten
opzichte van het voorwiel en draai de
bout op de stuurpen goed aan (2).
11.
2
3
Controleer of de afstand tussen de
velg en het remblokje ca 1- 2 mm is
na het loslaten van de remgrepen. De
afstand kan worden aangepast door
het aandraaien of losdraaien van de
remkabel aan het ankerschroef (2).
Als het wiel niet vrij kan draaien en "af-
remt" aan een kant, kan dit bijgesteld
worden door het aandraaien van de
stelschroef op de arm van de V-brake
die het wiel "afremt" (3).
49
49