GEBRUIKERSHANDLEIDING
LEEG LATEN LOPEN
Het ventiel waarmee u het vest leeg laat lopen bevindt zich boven op de stofkap.
Draai de stofkap ondersteboven en steek het leegloopmechanisme in het mondventiel.
Houd het leegloopmechanisme met uw vinger op zijn plaats en druk alle lucht voorzichtig uit
het reddingsvest. Als het reddingsvest werd opgeblazen terwijl het werd gedragen, moet u dit
mogelijk eerst gedeeltelijk laten leeglopen om het vest te kunnen afdoen. Verwijder alle lucht
door het reddingsvest tot een bal op te rollen en op de bal te drukken terwijl u het leegloopmech-
anisme gebruikt.
Het reddingsvest is moeilijk op te vouwen en in te pakken als het vest niet volledig is leegge-
lopen, waardoor de luchtkamer onder te veel druk komt te staan als het reddingsvest later door
de gascilinder wordt opgeblazen.
Oefen het dragen en aanpassen van uw opblaasbaar reddingsvest in het water, zodat u bent
voorbereid op een noodgeval!
Oefen het dragen en opblazen van uw reddingsvest met verschillende soorten kleding aan.
Blaas uw reddingsvest nadat u in het water gaat met de hand op of laat uw reddingsvest zich
automatisch opblazen.
Oefen dit tot u volledig vertrouwd bent met de prestaties van uw reddingsvest.
OPBLAASSYSTEEM
UML MK5-OPBLAASSYSTEEM
Het MK5 automatische opblaasmechanisme is een robuuste en compacte eenheid die zowel in
de pleziervaart als beroepsvaart kan worden gebruikt.
De eenheid ondersteunt zowel handmatige als automatische activering van het opblaasmecha-
nisme, en heeft een dubbel statusindicatiesysteem dat bevestigt dat het opblaasmechanisme is
geactiveerd. Aan de hand van de indicatie op het standaard MK5 automatisch opblaasmecha-
nisme kan de gebruiker vaststellen of het systeem is geactiveerd.
Het standaard MK5 automatische opblaasmechanisme geeft niet aan of er tijdens onderhoud per
ongeluk een doorboorde CO2-cilinder is teruggeplaatst in het opblaasmechanisme.
De CO2-cilinder moet elke keer worden gecontroleerd wanneer u uw reddingsvest aantrekt om
ervoor te zorgen dat de cilinder niet is doorboord en stevig met de hand is aangedraaid.
Bovendien moet het patroon worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de uiterste verval-
datum ervan niet is verstreken, dat het patroon volledig en stevig met de hand is aangedraaid en
dat water onbeperkt het systeem kan inkomen.
Er zijn 2 indicatievormen:
1. De indicatie voor automatisch opblazen
2. De indicatie voor handmatig opblazen
Beide indicatoren moeten groen zijn. Voor een juiste werking moet de automatische capsule
volledig met de hand zijn vastgeschroefd, de aangegeven vervaldatum mag niet voorbij zijn en
de CO2-cilinder moet vol zijn. De indicatie voor automatisch opblazen bevindt zich onder in het
automatische activeringsmechanisme.
117