Identificatie van elke component
1
2
3
1. Mondstuk en Opening om het mondstuk aan te brengen
2. LC display (3 cijfers, 2 cijfers na de komma)
3. Startknop
4. Luchtuitlaat (altijd dit deel gedeblokkeerd)
5. Klep batterijvak (op de achterkant van het apparat)
Voor het meest nauwkeurige meetresultaat
A) A) Wacht na de laatste slok alcohol minstens 15 minuten voor u de alcoholtest uitvoert. Eet,
drink of rook niet tijdens deze wachttijd.
B) Open de behuizing niet.
C) Bewaar de alcohol testeenheid niet in een koude, warme, vochtige of slecht verluchte
ruimte.
D) Bewaar de alcohol testeenheid buiten het bereik van kinderen.
E) Voer, wanneer het toestel lange tijd zonder gebruik werd bewaard, eerst drie "inlooptests"
uit voor u de eigenlijke alcoholtest uitvoert.
F) Laat de alcohol testeenheid niet vallen.
33
G) Vervang de batterij wanneer de display moeilijk kan worden gelezen. Een lage batteri-
jspanning kan eveneens voor gevolg hebben dat verkeerde metingen worden doorgevoerd.
H) Voer geen test uit in een lawaaierige omgeving (lawaai stoort de sensor) of in een slecht
verluchte ruimte.
4
I) Na een testresultaat van 1,00 promille of hoger moet de sensor langer tot rust komen. Wacht
in dat geval ten minste drie minuten voor de volgende test.
J) Voer geen tests uit in een zeer koude, zeer warme of slecht verluchte rokerige ruimte.
K) Bewaar de alcohol testeenheid zo dat er geen stof of vloeistoffen in het toestel kunnen
dringen.
L) Blaas niet te hard op het toestel. Dit kan de sensor beschadigen (vooral wanneer bij het
blazen voor speeksel in het toestel terechtkomt).
Voorbereidingen voor de test
1. Plaats 2 AAA-batterijen in het batterijvak. Verwijder voorzichtig het batterijdeksel aan de
achterkant van het apparaat en plaats 2 AAA-batterijen (alkalisch, 1,5 V). Let op de polariteit
van de batterij (+/-).
2. Plaats een mondstuk op de opening aan de zijkant om de mondstukken te bevestigen.
Zorg ervoor dat het mondstuk stevig op zijn plaats zit. Gebruik een nieuw mondstuk voor elke
testpersoon.
5
Uitvoeren van de test
1. Druk op de startknop (in het midden van de voorkant van het apparaat) om het apparaat
in te schakelen. Op het display verschijnen eerst „888" en daarna „On", er klinken 4 piepjes
tegelijk. Het apparaat start een aftelling (van 150 naar 0), die ongeveer 15 tot 35 seconden
duurt. Tijdens het opwarmen wordt de sensor voorbereid op de ademtest.
2. Wanneer het aftellen „0" bereikt, hoort u een pieptoon, op het display verschijnt ook „bLo"
en aan de linkerkant van het display gaat een groen lampje branden. U kunt nu beginnen
met de ademtest. Blaas nu continu en zonder te stoppen ongeveer 5 seconden tot u nog een
klaptoon en 2 pieptonen hoort (Tip: blazen alsof u fluit zonder geluid). Stop het ademmonster
na de 2 pieptonen.
Opmerking: Als u 20 seconden na het einde van het aftellen of vanaf het begin van het
„bLo"-display geen ademtest start, schakelt het instrument automatisch uit. Druk nogmaals op
de aan/uit-knop om een nieuwe test uit te voeren.
3. Als de test succesvol was, bewegen de stippellijnen met de wijzers van de klok mee op het
display. Na enkele seconden verschijnt het resultaat van het geschatte ademalcoholgehalte
op het display. Bovendien brandt ofwel het groene ofwel het rode LED-lampje (bij meer dan
0,50 per duizend het rode, bij minder dan 0,50 per duizend het groene; de grenswaarde van
0,50 per duizend is ingesteld).
Het rode en groene LED-lampje branden altijd 15 seconden en samen met de weergegeven
meetwaarde is alleen de meetwaarde 5 seconden lang op het display te zien. In deze 5
seconden kunt u een nieuwe test starten door op de aan/uit-knop te drukken - als u niet op
de aan/uit-knop drukt, schakelt het apparaat automatisch uit.
4. Als het apparaat is uitgeschakeld, geeft het display „OFF" weer, piept het apparaat 4x en
schakelt het zichzelf automatisch uit.
34