gerepareerd voordat de cirkelzaag wordt gebruikt.
De onderste beschermkap kan traag werken als
gevolg van beschadigde onderdelen, gom- of
harsafzetting, of opeenhoping van vuil.
20. De onderste beschermkap mag alleen met de hand
worden geopend voor het maken van speciale
zaagsneden, zoals een "blinde" zaagsnede en
"samengestelde" zaagsnede. Til de onderste
beschermkap op aan de terugtrekhendel en laat
deze los zodra het zaagblad in het materiaal zaagt.
Bij alle andere typen zaagsneden, dient de onderste
beschermkap automatisch te werken.
21. Let er altijd op dat de onderste beschermkap het
zaagblad bedekt voordat u de cirkelzaag op een
werkbank of vloer neerlegt. Een onbeschermd
zaagblad dat nog nadraait, zal de cirkelzaag achteruit
doen lopen waarbij alles op zijn weg wordt gezaagd.
Denk eraan dat nadat de cirkelzaag is uitgeschakeld
het nog enige tijd duurt voordat het zaagblad stilstaat.
22. U kunt de onderste beschermkap controleren,
door deze met de hand te openen, los te laten en
te kijken hoe hij sluit. Controleer tevens of de
terugtrekhendel de behuizing van het
gereedschap niet raakt. Het zaagblad onbeschermd
laten is UITERST GEVAARLIJK en kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen
23. Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat hout,
druk-behandeld timmerhout en hout met
knoesten. Zorg ervoor dat de cirkelzaag soepel
vooruit blijft gaan zonder dat de snelheid van het
zaagblad lager wordt om te voorkomen dat de punten
van het zaagblad warm worden.
24. Probeer niet afgezaagd materiaal te verwijderen
terwijl het zaagblad nog draait. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat
u het afgezaagde materiaal vastpakt. Het zaagblad
draait nog na nadat het gereedschap is uitgeschakeld.
25. Voorkom dat u spijkers raakt. Inspecteer het hout
op spijkers en verwijder deze zo nodig voordat u
begint te zagen.
26. Plaats het bredere deel van de zool van de
cirkelzaag op het deel van het werkstuk dat goed
is ondersteund, en niet op het deel dat omlaag valt
nadat de zaagsnede gemaakt is. Als voorbeeld laat
afbeelding 5 zien hoe u het uiteinde van een plank
GOED afzaagt, en afbeelding 6 hoe u dit
VERKEERD doet. Als het werkstuk kort of smal is,
klemt u het vast. PROBEER NOOIT EEN KORT
WERKSTUK IN UW HANDEN VAST TE HOUDEN!
27. Voordat u het gereedschap neerlegt na het
voltooien van een zaagsnede, controleert u dat de
onderste beschermkap gesloten is en het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
28. Probeer nooit te zagen waarbij de handcirkelzaag
ondersteboven in een bankschroef is geklemd. Dit
is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel. (zie afb. 7)
29. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem
voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van
stof en contact met de huid. Volg de
veiligheidsinstructies van de leverancier van het
materiaal op.
30. Breng het zaagblad niet tot stilstand door
zijdelings op het zaagblad te drukken.
31. Gebruik altijd zaagbladen die in deze
gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik
geen slijpschijven.
32. Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of hars
dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt het
zaagblad en verhoogt de kans op terugslag. Houd het
zaagblad schoon door dit eerst van het gereedschap
te demonteren en het vervolgens schoon te maken
met een reinigingsmiddel voor gom en hars, heet
water of kerosine. Gebruik nooit benzine.
33. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
•
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
De zaagdiepte instellen (zie afb. 8)
LET OP:
•
Nadat u de zaagdiepte hebt ingesteld, zet u de hendel
altijd stevig vast.
Draai de hendel van de dieptegeleider los en beweeg de
zool omhoog of omlaag. Zet de zool vast op de gewenste
zaagdiepte door de hendel vast te zetten. Voor een
schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de zaagdiepte
zodanig in dat niet meer dan een tandhoogte door het
werkstuk heen steekt. Door de zaagdiepte goed in te
stellen, verkleint u de kans op een potentieel gevaarlijke
TERUGSLAG, en daarmee op persoonlijk letsel.
Verticaal verstekzagen (zie afb. 9)
Positieve stop
Draai de positieve stop zodat de pijl daarop een van de
drie standen aanwijst (22,5°, 45° of 50°). Kantel
vervolgens de zool van het gereedschap totdat deze stopt
en zet de zool met de hendel vast. Nu zal de cirkelzaag
verstekzagen onder de hoek aangegeven door de pijl.
De verstekhoek instellen
Zet de hendel los en stel de zool van het gereedschap
tijdelijk in op een verstekhoek van 0°, en zet daarna de
hendel vast. Draai de positieve stop zodat de pijl daarop
een van de drie standen aanwijst (22,5°, 45° of 50°) die
gelijk is aan of groter is dan de gewenste verstekhoek. Zet
29