Plus-/minaansluiting
Wij bevelen een minimale doorsnede van 6 mm
handel verkrijgbare pluskabel naar de accu en sluit deze aan via een
zekeringhouder. Gebruik kabeldoorvoeringen bij gaten met scherpe ran-
den. Schroef een in de handel verkrijgbare minkabel stevig vast op een
storingsvrij massapunt (carrosserieschroef, plaatstaal van de carrosse-
rie - niet aan de minpool van de accu). Kras het metaal op het contac-
toppervlak van het massapunt blank en vet het in met grafietvet.
Geïntegreerde zekeringen (Fuse)
De in de versterker geïntegreerde zekeringen (Fuse) beschermen de
eindtrap en het gehele elektrische systeem in geval van fouten. Over-
brug nooit zekeringen wanneer u een reservezekering plaatst en ver-
vang ze nooit door typen met een hoger ampèrage.
Aansluitvoorbeelden
Aansluiting van de voeding ......................................................... Fig. 2
Aansluiting op autoradio's met ISO-aansluiting via cinch-bus .... Fig. 3
Aansluiting op autoradio's met cinch-uitgang .............................. Fig. 4
Aansluiting op autoradio's met luidsprekeruitgang ................. Fig. 5/5a
Gebruik bij autoradio's met 20-polig stekkersysteem
adapterkabel 7 607 893 093 ...................................................... Fig. 6
Voorbeelden van aansluiting van de luidsprekers .................... Fig. 7-9
Remote-aansluiting van de versterker verbinden met
+12V
schakelbare 12 Volts-spanningsbron
Op deze manier kan de versterker via de aan-/uitschakelaar van de
radio worden in- en uitgeschakeld.
Hoogvermogen-aansluitingen (High Input)
De versterker beschikt over hoogvermogen-aansluitingen (High Input)
om op radio's zonder voorversterkeruitgangen te kunnen worden aan-
gesloten (fig. 5). Op deze manier kan de versterker direct op de luidspre-
keruitgangen van de radio worden aangesloten.
Gain-regelaar
Met behulp van de gain-regelaar kan de ingangsgevoeligheid van de
eindtrap worden aangepast aan de uitgangsspanning van de voorver-
sterkeruitgang van uw autoradio. Het instelbereik verloopt van 0,3 tot 4
Volt. Voor Blaupunkt-radio's is de gain-regelaar vooraf ingesteld op 2
Volt. Wanneer een autoradio van een andere fabrikant wordt aangeslo-
ten, moet de ingangsgevoeligheid worden aangepast in overeenstem-
ming met de gegevens van de fabrikant.
Nog enkele belangrijke aanwijzingen hierbij: Wanneer de regelaar
met de klok mee wordt gedraaid, wordt de ingangsgevoeligheid van de
versterker, en daarmee het volume, groter. Het betreft hier echter geen
volumeregeling. In de eindpositie wordt geen hoger vermogen van de
versterker bereikt, ook al klinkt dit aanvankelijk wel zo. Het volume wordt
alleen sneller verhoogd wanneer de volumeregelaar van de radio hoger
wordt gezet.
Tri-mode-luidsprekeraansluitingen
MPA-versterkers kunnen in een gecombineerde mono/stereomodus
worden gebruikt (fig. 9). Op deze manier kan de versterker tegelijk met
stereo-satellietluidsprekers (midden- en hogetonenluidsprekers) en een
mono-subwoofer worden gebruikt. Deze aansluitingen zijn iets gecom-
pliceerder omdat er passieve scheidingsfilters voor nodig zijn (niet mee-
geleverd) die de verschillende frequentiegebieden verdelen over de
luidsprekers.
ATTENTIE: In de Tri-mode (gecombineerde mono/stereomodus) moet
de versterker minimaal worden belast met 2 Ohm (stereo-satelliet-
luidsprekers), resp. 4 Ohm (mono-subwoofer). Een lagere impedantie
leidt tot oververhitting van de versterker en kan blijvende schade ver-
oorzaken.
Luidsprekeraansluitingen
(In het geval dat de versterker in brug moet worden geschakeld, begint
u hier direct met de paragraaf „Overbrugde luidsprekeraansluiting".)
Zoals bij iedere audiocomponent is de correcte polariteit van versterker
en luidsprekers van essentieel belang voor een goede basweergave.
Daarom moet er bij het aansluiten op worden gelet dat de positieve (+)
aansluiting van de versterker met de positieve (+) aansluiting van de
luidsprekers wordt verbonden. Voor de negatieve aansluitingen geldt
hetzelfde. Bovendien moet het linker versterkerkanaal met de linker
luidspreker en het rechter versterkerkanaal met de rechter luidspreker
worden verbonden. Luidsprekers 4 Ohm (minimaal 2 Ohm).
Overbrugde luidsprekeraansluiting
De MPA-versterker kan voor een mono-configuratie ook in brug worden
geschakeld. Op deze manier kan de versterker voor één of meer sub-
woofers, resp. een middentonenluidspreker worden gebruikt. In deze
8 622 401 301
configuratie voegt de versterker het rechter- en het linkerkanaal samen
2
aan. Leg een in de
tot een eenkanaals(mono-)uitgang.
Let op: De versterker kan de rechter- en de linkersignalen alleen sa-
menvoegen wanneer zowel de rechter als de linker RCA-aansluiting is
uitgevoerd.
ATTENTIE: In brugschakeling moet de impedantie 4 Ohm of meer
bedragen. Een lage belasting leidt tot oververhitting of uitschake-
ling van de versterker en kan permanente schade veroorzaken.
Aard en omvang van de frequentie-overgangen instellen
Let op: Indien de versterker in de Tri-mode-configuratie moet worden
gebruikt, moet de keuzeschakelaar voor de overgangsfrequenties in de
„Flat"-stand staan om de weergave van het volledige frequentiebereik
mogelijk te maken.
MPA 680
Bij de MPA 680 kan de aard van de frequentie-overgang (d.w.z. „high
pass" of „low pass") en de gewenste aanvangsfrequentie worden inge-
steld. Wanneer bv. een paar subwoofers moet worden aangesloten, zijn
de in fig. — afgebeelde „low pass"-instellingen vereist. De aanvangsfre-
quentie is afhankelijk van het frequentiebereik van de luidsprekers (zie
aanbevolen frequentiebereik van de luidsprekers).
„High pass"-frequentieregeling
Deze regelaar is actief indien de schakelaar zich in de „Hi-Pass"-stand
bevindt, en maakt de instelling van de gewenste aanvangsfrequentie
mogelijk. Voorbeeld: Bij een instelling van 250 Hz heeft de versterker
een frequentiebereik van 250 Hz tot 20 kHz.
„Low pass"-frequentieregeling
Deze regelaar is actief indien de schakelaar zich in de „Low-Pass"-stand
bevindt, en maakt de instelling van de gewenste aanvangsfrequentie
mogelijk. Voorbeeld: Bij een instelling van 50 Hz heeft de versterker een
frequentiebereik van 50 Hz tot 20 kHz.
8