BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN
Fig.2: 1.
2.
3. Haak 4.
(contactschoen)
BEVESTIGEN
De compressor selecteren
140
120
100
80
2
60
40
20
0
0
10
20
1. Nagelsnelheid (aantal per minuut) 2.
bar) 4.
De luchtcompressor moet voldoen aan de vereisten van
Gebruik een compressor die ruimschoots voldoende
druk en luchtopbrengst levert om een rendabele wer-
luchtopbrengst van de compressor.
Wanneer de aangevoerde luchtdruk de nominale druk
te worden gebruikt om de luchtdruk te verlagen tot de
van personen in de buurt.
De luchtslang selecteren
LET OP:
Een lage luchtopbrengst van de com-
pressor, een te lange luchtslang of een luchtslang
met een kleinere diameter in verhouding tot de
nagelsnelheid, kunnen leiden tot een verminderde
nagelkracht van het gereedschap.
Fig.3
5. Neusadapter
3
30
40
50
60
1
3.
5.
Gebruik een persluchtslang.
nagelen.
Smering
Fig.4: 1. Olie voor pneumatisch gereedschap
Smeer het gereedschap met olie voor pneumatisch
gedaan worden vóór en na gebruik.
het aanbrengen van de olie het gereedschap een paar
keer te laten schieten.
BESCHRIJVING VAN DE
4
FUNCTIES
5
LET OP:
Voordat u een functie van het gereed-
schap controleert of afstelt, vergrendelt u altijd de
trekker door de trekkervergrendelingshendel naar
de vergrendelde stand
de luchtslang los van het gereedschap.
De nageldiepte instellen
Dit gereedschap is uitgerust met een nageldieptestel-
knop naar de gewenste diepte.
Fig.5: 1. Stelknop
Fig.6: 1.
Haak
LET OP:
Koppel altijd de slang los voordat u
het gereedschap met de haak ophangt.
LET OP:
Hang het gereedschap niet op aan
de haak op een hoge plaats of op een mogelijk
instabiele plaats.
LET OP:
Hang de haak niet aan uw broek-
riem.
ontstaan.
hangen.
De haak kan worden gedraaid door de onderkant in de
gewenste hoek naar beneden te duwen.
Fig.7: 1. Haak
het gereedschap worden bevestigd.
moer. Bevestig de haak aan de andere kant van het
moer.
Fig.8: 1. Haak 2. Bout 3. Moer
41 NEDERLANDS
te draaien en koppelt u
2. Vlak 3.
-
-