Druk op de OPNAME/STOP−knop.
Het opnamesymbool en de tijd-
weergave voor de huidige opname
worden weergegeven op het dis-
play. De led brandt rood. Spreek in
de geïntegreerde microfoon of sluit
een externe microfoon op de MIC−
connector aan. Zodra u begint te spreken, start het apparaat de opname. Als
het apparaat de opname onderbreekt, knippert de led op het apparaat totdat
de opname wordt voortgezet. Druk de OPNAME/STOP−knop in om de op-
name te beëindigen.
Opmerkingen:
S
De eerste geluiden schakelen de recorder in en worden mogelijk niet
opgenomen.
S
Als het volume van de spraak verandert, onderbreekt het apparaat de
opname niet.
S
De opname wordt al na 2 seconden stilte onderbroken.
S
Continu opnemen, zie pagina 109.
S
Bij een normaal volume (spreken) is een afstand van ongeveer 10 cm
goed.
Berichten afspelen
Schakel het apparaat in, ga naar
de Stand−by−modus en druk op de
FILE/REPEAT−knop en selecteer
een map (A, B, C, D).
Druk de OMHOOG− of OMLAAG−
knop in om het gewenste bericht te
selecteren. Het nummer en de
lengte van het bericht worden
weergegeven op het display.
Bediening
A
B
C
D
NL
111