Opslaan
5.2.5
Accu vervangen
AANWIJZING
i
i
Let er bij het vervangen van de accu op dat er geen
kortsluiting wordt veroorzaakt.
Niet aan de kabels maar aan de kabelschoenen
trekken.
1. Behuizing openen.
2. Kabelschoenen 5 en 1 van de schakelaar lostrekken
(afbeelding S).
3. Accu
verwijderen
afvalverwijderingsvoorschriften verwijderen.
4. Rode kabel naar de schakelaarkant richten en een nieuwe
accu in het apparaat plaatsen.
5. Kabelschoenen 1 en 5 op de schakelaar steken
(afbeelding S).
6. Behuizing sluiten.
7. Accu laden (zie hoofdstuk 3.2.1 op pagina 29).
5.2.6
Blaaseenheid vervangen
AANWIJZING
i
i
Niet aan de kabels maar aan de kabelschoenen
trekken.
1. Behuizing openen.
2. Kabelschoenen 5 en 1 van de schakelaar lostrekken
(afbeelding S).
3. Kabelschoenen van de gele kabel lostrekken.
4. Kabelschoenen in de volgorde van schakelaar lostrekken
(afbeelding R): 7, 4, 3.
5. Vijf kruisschroeven losschroeven en blaaseenheid incl.
afdichting verwijderen (afbeelding T).
6. Nieuwe blaaseenheid met nieuwe afdichting monteren.
7. Alle schoeven met de schroevendraaier eerst losjes
aandraaien en vervolgens vastdraaien.
8. Kabelschoenen in de volgende volgorde op de schakelaar
steken (afbeelding R): 3, 4, 7.
9. Kabelschuhe van de gele kabel erop steken.
10. Kabelschoenen 1 en 5 op de schakelaar steken
(afbeelding S).
11. Behuizing sluiten.
12. Dichtheid controleren (zie hoofdstuk 5.4 op pagina 32).
5.3
Reinigen
Aanblaasapparaat na elk gebruik reinigen. Voor het reinigen
geen oplosmiddelen zoals aceton, alcohol o.i.d. gebruiken.
Alleen de onderstaande reinigingsmiddelen gebruiken.
VOORZICHTIG
!
Als er water in het aanblaasapparaat binnendringt, kan
er bij het inschakelen van het apparaat kortsluiting
ontstaan.
Laat geen water of zeepsop in het apparaat
binnenlopen!
1. Een zachte doek met lauwwarm zeepsop (water met toe-
voeging van een universeel reinigingsmiddel Sekusept
1)
Cleaner
) vochtig maken en daarmee het riemaggregaat,
slang, aansluitstuk en de lichaamsgordel reinigen.
1) Bijbehorende gebruiksaanwijzing opvolgen.
32
en
volgens
de
geldende
2. Doek in helder water uitspoelen en resten van het reini-
gingsmiddel van de onderdelen van het apparaat verwijde-
ren.
3. Alle onderdelen met een zachte doek droog vegen en op
zichtbare schade onderzoeken en evt. vervangen.
4. Afvalwater en doeken overeenkomstig de geldende afval-
verwijderingsvoorschriften verwijderen. Inlichtingen hier-
over
verlenen
de
milieubeschermingsinstanties.
Masker volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing reinigen.
5.4
Controleren
AANWIJZING
i
i
Na het vervangen van filterafdichting, slang of
blaaseenheid controleren of het aanblaasapparaat
dicht is.
Noodzakelijk testapparaat en toebehoren:
1)
Testor 2100
, sealing plate GC
1. Afdichtplaat GC tussen filter en filterafdichting plaatsen
(afbeelding U1).
2. Filter inzetten (afbeelding U2).
3. Aansluitstuk met Testor 2100 verbinden (afbeelding U3).
4. Controle op lekkage:
a. Onderdruk van 5 mbar maken en testgedeelte dicht-
zetten.
b. Stopwatch starten.
De drukwijziging binnen een minuut moet kleiner dan
1 mbar zijn.
5. Als het aanblaasapparaat ondicht is:
Te hoge druk instellen, maximaal 10 mbar.
Door de kritische punten met zeepsop in te smeren de
ondichte plaatsen localiseren, afdichten en dichtcontrole
herhalen.
6. Na de controle de afdichtplaat GC verwijderen.
6
Opslaan
Adembeschermend filter demonteren, riemaggregaat niet
met gemonteerd adembeschermd filter opslaan.
Aanblaasapparaat en lader verpakt in een zak van
polyethyleen in een container of kast droog en vuilvrij
bewaren.
Aanbevolen temperatuur 0 °C tot 40 °C bij maximaal 90 %
relatieve luchtvochtigheid.
Masker
en
adembeschemend
bijbehorende gebruiksaanwijzing opslaan.
plaatselijke
gemeentelijke
filter
volgens
Panorama BelAir® GC - RA
en
de