8.
Gebruik het gereedschap niet op omhooglo-
pende hellingen van meer dan 12°.
Als u iets abnormaals opmerkt, stopt u het
9.
gereedschap op een horizontale ondergrond.
Knijp voordat u het gereedschap inspecteert
de remhendel in en vergrendel de remmen, en
schakel vervolgens de stroom uit.
10. Verzeker u ervan voordat u het gereedschap
gebruikt dat de vergrendelhendel helemaal
omlaag is getrokken en volledig is vergren-
deld. Als de vergrendeling onvolledig is, bestaat
de kans op een ongeval omdat het draagrek of de
laadbak kan kantelen, en de lading valt terwijl u
hellingafwaarts rijdt.
11.
Wees voorzichtig dat de kabels niet in de war
raken met de lading of obstakels.
Gebruik op hellingen
1.
Kruis geen hellingen.
2.
Denk eraan de rijsnelheid te verlagen en voor-
zichtig te zijn.
3.
Wees voorzichtig bij het starten en stoppen
van het gereedschap op een helling.
Aangezien de lading minder stabiel is op een
4.
helling, dient u de lading stevig vast te zetten
met touwen.
Aangezien het gereedschap instabiel wordt
5.
afhankelijk van de staat van de weg, houdt u
de lading zo klein mogelijk.
Aangezien op een helling het zicht belemmerd
6.
wordt, houdt u de hoogte van de lading zo laag
mogelijk.
Parkeer het gereedschap nooit op een steile
7.
helling. Parkeer het gereedschap op een hori-
zontale ondergrond, knijp de remhendel in en
vergrendel de rem, en schakel daarna de voe-
ding uit.
8.
Verander op een steile helling niet van richting
of snelheidsfunctie.
Laat de trekkerschakelaar niet los op omhoog-
9.
lopende hellingen. Het gereedschap kan achter-
uit rollen en een ongeval veroorzaken.
10. Verzeker u ervan dat de resterende acculading
voldoende is voordat u het gereedschap op
een helling gebruikt. Als de resterende accu-
lading onvoldoende is, laad u de accu op of
vervangt u deze door een opgeladen accu.
Voorwerpen laden
1.
Laad niet te veel voorwerpen. Zorg ervoor dat
u bij het laden van voorwerpen de instructies
en laadbeperkingen in de gebruiksaanwijzing
in acht neemt.
2.
Zet de voorwerpen stevig vast met touwen.
Laad de voorwerpen binnen het draagrek of de
3.
laadbak. Als de voorwerpen buiten het draagrek
of de laadbak steken, bestaat de kans op ongeval-
len als gevolg van vallende voorwerpen of botsin-
gen met obstakels, zoals muren.
4.
Zorg ervoor dat geladen voorwerpen onder
ooghoogte blijven. Als de lading te hoog is, is
het gevaarlijk omdat het zicht wordt belemmerd.
Bovendien bestaat de kans op omkiepen en letsel
omdat de lading waarschijnlijk niet in balans is.
Laad de voorwerpen gelijkmatig op het
5.
draagrek of in de laadbak. Als de voorwerpen
ongelijkmatig worden geladen, bestaat de kans op
omkiepen en letsel omdat de lading waarschijnlijk
niet in balans is.
6.
Verzeker u ervan voordat u de voorwerpen
laadt of het gereedschap gebruikt dat de ver-
grendelhendel omlaag is getrokken en volledig
is vergrendeld.
7.
Zorg ervoor dat zware voorwerpen eerst wor-
den geladen voor een goede balans.
8.
Trek de voor- en zijrails niet uit op hellingen.
Trek de zijrails uit wanneer lichtgewicht voor-
werpen worden geladen.
9.
Wanneer u de voor- en zijrails uittrekt, trekt
u ze niet verder uit dan de grensmarkering.
Verzeker u ervan dat de zijrails aan de linker-
en rechterkant even ver worden uitgetrokken
en de lading gelijkmatig wordt geladen.
10. Laad en los de voorwerpen op een horizontale
ondergrond.
11.
Houd bij het optillen van het draagrek of de
laadbak de handgrepen en het frame stevig
vast, en werk vanuit een stabiele houding.
Onderhoud
1.
Alvorens het gereedschap op te slaan of
inspectie- of onderhoudswerkzaamheden uit
te voeren, verzekert u zich er altijd van dat het
gereedschap op een horizontale ondergrond is
geparkeerd en de remhendel is vergrendeld.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2.
Neem de accu niet uit elkaar.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-
wonden en zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1)
Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
59 NEDERLANDS
Laat u NIET misleiden