Onderhouds- en gebruikershandleiding - Trivalenti
De kabel voor de directe aansluiting met de polen in de juiste
richting op de connector "3" aansluiten en de voedingskabel
uit de ontsteking (juiste polen en diameter zoals hierboven
voorgeschreven) op de connector "2".De overbrugging op de
connector "5" elimineren.
Directe aansluiting: (zie afbeelding 10-B)
De kabel voor de directe aansluiting met de polen in de juiste
richting op de connector "3" aansluiten en de connector "5"
met de connector "2" verbinden
elektrische overbrugging door een geleider van minimum 1,5
mm.
De uitwendige ventilator aansluiten (indien aanwezig)
De stroomkabel van de ventilator (met de polen in de juiste
richting) aansluiten op de connector "4" (afb.10) met een kabel
die dik genoeg is voor het vermogen van de ventilator .
AANSLUITEN OP GAS
De koelkast werkt op GPL (butaan/propaan). Het type gas en de
arbeidsdruk dienen overeen te stemmen met wat is
voorgeschreven in het kadertje "7" (afb.2) op het serieplaatje "E"
(afb.1) in de koelkast of op de verklaring van overeenstemming
die bij deze handleiding hoort .
De installatie dient te worden uitgevoerd volgens de nationale en
plaatselijke voorschriften inzake : "Veiligheid tijdens gebruik van
b r a n d b a r e g a s s e n " , " Ve r b r a n d i n g s t o e s t e l l e n e n
ventilatiesystemen in voertuigen ".
De koelkast dient op de gastoevoer te worden aangesloten met
een goedgekeurde flexibele slang voor GPL. Deze slang mag niet
langer zijn dan 1,5 m en de koppelingen dienen te voldoen aan
de voorschriften van het land van bestemming .
Voor een juiste druk (waarde voorgeschreven op het
serieplaatje) van het gas dat in de koelkast komt, dient het andere
uiteinde van de slang op de gasfles te worden aangesloten met
een
drukregelaar. De openingen waarin de gasslang moet worden
gestoken, dienen schuringvrij te zijn en voor alle verbindingen
dienen buisklemmen te worden gebruikt.
Er dient bovendien een goedgekeurde handgassluiter te worden
geïnstalleerd (volgens de nationale en plaatselijke wettelijke
voorschriften).
DE VENTILATIE
De koelkast werkt optimaal dankzij een perfect ventilatiesysteem
dat bestaat uit twee openingen "B" (afb.4) in de onderkant en in
de bovenkant van het voertuig.
Deze openingen zorgen voor een perfecte circulatie van de
luchtstroom; de lucht komt binnen via de onderste opening en
de verwarmde lucht wordt afgevoerd via de bovenste opening.
De bovenste opening moet zo hoog mogelijk boven de
condensor zitten, zoals op de afbeelding 4.
De onderste luchtopening moet op gelijke hoogte met de basis
van de koelkast komen (afb. 4). Als er wind is, moet op het
onderste luchtrooster
aangebracht aan de binnenkant en de winterbescherming (niet in
de koelkast inbegrepen) "C". Doet men dit niet, dan dient het
voertuig met de opening uit de wind te worden gezet.
Het doorlaatoppervlak moet minstens 250 cm bedragen en de
door middel van een
"I" een stukje vliegengaas worden
2
opening dient te worden afgesloten met een rooster "I" dat
voldoende tegen hitte bestand is .
In de winterperiodes verdient het aanbeveling de beveiligingen
"C" te monteren om de installatie te beveiligen tegen koude
luchtstromen
Deze beveiligingen "C" dienen te worden gemonteerd tijdens de
winterstalling.
AFVOER VAN DE VERBRANDINGSGASSEN
Als het gedeelte achter de koelkast wordt geïsoleerd van het
woongedeelte door de latjes "A" hermetisch af te dichten (zoals
op de afbeelding 4) en een aluminiumplaat
afbeelding 4-C) te installeren, voorkomt men dat de
verbrandingsgassen en de koude lucht die van buiten komt, het
voertuig binnenkomen en garandeert men voldoende
thermische isolatie. In
dit geval hoeft men de T-verlenging "E" en de bijbehorende
accessoires (zoals op de afbeelding 4-D) niet meer te gebruiken
en kan men zowel voor de bovenste als voor de onderste
l u c h t o p e n i n g h e t z e l f d e r o o s t e r g e b r u i ke n z o n d e r
schoorsteenvoorziening. Als het gedeelte achter de koelkast en
de woonzone niet genoeg
geïsoleerd zijn of de aluminium plaat "D" niet wordt geïnstalleerd
zoals op de afbeelding 4-C, dient men de T-verlenging "E" te
monteren, de verlenging "F", de dop "G" en de bedekking "H"
(zoals op de afb. 4-D) en dient men voor de bovenste
luchtopening het rooster met de voorziening voor de
schoorsteen te gebruiken, of een afzonderlijke schoorsteen.
5 - De koelkast gebruiken
De koelkast aanzetten
!
Om te kunnen werken, dient de koelkast
op 12 Vcc te worden aangesloten
direct op de accu van het voertuig.
Met de toets (3) (afb.3) kiest men de energiebron . Men kiest
deze in de volgorde:netspanning (4), accuspanning (5),
gas (6).
Netspanning
(Afb.3)
De toets (3) indrukken totdat het lampje (4) brandt. Controleren
of er netspanning is. De elektronische thermostaat is actief en kan
worden geprogrammeerd.
OPGELET: De gasbeveiliging(9) moet op OFF staan.
Accuspanning
(Afb.3)
De toets (3) indrukken totdat het lampje (5) brandt.
Om te kunnen werken, moet er een accu zijn aangesloten op de
lijningang onder de sleutel. De elektronische thermostaat is vast
geprogrammeerd op de maximumtemperatuur en kan
worden geregeld.
OPGELET: De gasbeveiliging(9) moet op OFF staan.
53
"D" (zoals op de
NIET