Bediening
•
In geval van nood zet u de motor onmiddellijk uit.
•
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situatie opmerkt (bijv.
geluid, trillingen), zet u de motor uit. Gebruik het gereedschap
niet meer totdat de oorzaak is opgespoord en verholpen.
•
De zaagketting blijft gedurende een korte tijd doordraaien nadat
de gashendel van de motor is losgelaten. Raak de zaagketting
niet onmiddellijk aan.
•
Terwijl de motor slechts stationair loopt, maakt u het gereedschap
vast aan het schouderdraagstel.
•
Gebruik tijdens het werk het schouderdraagstel. Houd het
gereedschap stevig tegen uw rechterzij (zie afb. 4).
•
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand vast, en houd
de achterhandgreep met uw rechterhand vast, ongeacht of u
links- of rechtshandig bent. Vouw uw vingers en duim om de
handgrepen.
•
Probeer nooit de apparatuur met één hand te bedienen. Als u de
controle over het gereedschap verliest, kan dat leiden tot ernstig
of fataal letsel. Om de kans op verwonding te verkleinen, houdt u
uw handen en voeten uit de buurt van de zaagketting.
•
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand en goede
lichaamsbalans. Kijk uit voor verborgen obstakels, zoals
boomstronken, boomwortels en greppels, om te voorkomen dat u
valt. Ruim afgevallen takken en andere voorwerpen op.
•
Werk nooit op een ladder of in een boom om te voorkomen dat u
de controle over het gereedschap verliest.
•
Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen,
controleert u de conditie van het gereedschap voordat u de
werkzaamheden hervat. Controleer het brandstofsysteem
op brandstoflekkage, en de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige
beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u een erkend
Dolmar-servicecentrum om inspectie en reparatie.
•
Raak het tandwielhuis niet aan. Het tandwielhuis wordt tijdens
gebruik erg warm.
•
Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de
controle over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur
10 tot 20 minuten te rusten.
•
Wanneer u het gereedschap achterlaat, al is het maar even,
zet u altijd de motor uit of verwijdert u de accu. Een onbeheerd
gereedschap met een draaiende motor kan door onbevoegden
worden gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden.
•
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem voor
het juiste gebruik van de gashendel en vergrendelingsknop.
•
Denk aan het milieu. Vermijd onnodig gebruik van de gashendel
zodat minder uitlaatgassen en geluid worden geproduceerd. Stel
de carburateur goed af.
•
Leg tijdens of na gebruik het warme gereedschap niet op droog
gras of brandbare materialen.
•
Til het gereedschap niet hoger op dan schouderhoogte.
•
Stoot tijdens gebruik de zaagketting nooit tegen harde obstakels
zoals stenen of spijkers. Wees met name voorzichtig wanneer u
takken langs een muur, draadafrastering en dergelijke, afzaagt.
•
Raak de zaagketting nooit aan en benader hem niet terwijl hij
ronddraait. De zaagketting kan gemakkelijk in uw vinger snijden.
Wanneer u de zaagketting wilt hanteren, zet u de motor uit en
trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu.
•
Als de zaagketting verstopt raakt, zet u altijd de motor uit en
trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu voordat u de
zaagketting schoonmaakt.
•
Door het motortoerental te verhogen terwijl de zaagketting
verstopt zit, wordt de belasting hoger en wordt de motor en/of
koppeling beschadigd.
•
Zorg ervoor dat u een vluchtroute hebt, weg van de vallende
tak, voordat u de tak afzaagt. Ruim eerst alle obstakels op,
zoals takken en twijgen, uit het werkgebied. Verplaats alle
gereedschappen en voorwerpen op de vluchtroute naar een
veilige plaats.
•
Voordat u takken en twijgen afzaagt, controleert u de valrichting
ervan, rekening houden met de toestand van de takken en
twijgen, naastgelegen bomen, windrichting, enz. Let goed op de
valrichting.
•
Houd de stoksnoeizaag nooit vast onder een hoek groter
dan 60°. Als u dat niet doet, kunnen vallende voorwerpen
de gebruiker raken en ernstig letsel veroorzaken. Ga
nooit onder de tak staan die wordt afgezaagd.
•
Let goed op geknakte of gebogen takken. Zij kunnen
terugspringen tijdens het zagen en onverwacht letsel
veroorzaken.
•
Voordat u de beoogde tak doorzaagt, verwijdert u de twijgen
en bladeren eromheen. Als u dat niet doet, kunnen deze in de
zaagketting klem komen te zitten.
•
Om te voorkomen dat de zaagketting vastloopt in de zaagsnede,
mag u de gashendel niet loslaten voordat u het gereedschap uit
de zaagsnede hebt getrokken.
•
Als de zaagketting in de zaagsnede is vastgelopen, zet u
onmiddellijk de motor uit, beweegt u voorzichtig de tak om de
zaagsnede te openen en bevrijdt u het gereedschap eruit.
•
Door het motortoerental te verhogen terwijl de zaagketting
vastgelopen is, wordt de belasting hoger en wordt de motor en/of
koppeling beschadigd.
•
Voorkom terugslag (roterende reactiekracht in de richting van de
gebruiker). Om terugslag te voorkomen, mag u nooit de punt van
het zaagblad gebruiken om een zaagsnede te beginnen. Let altijd
goed op de positie van de punt van het zaagblad.
•
Controleer de kettingspanning veelvuldig. Wanneer u de
kettingspanning controleert of instelt, zet u de motor uit en trekt
u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Als de ketting te los
staat, spant u hem.
Vervoer
•
Alvorens het gereedschap te vervoeren, zet u de motor uit en
trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu. Plaats altijd
de schede over het zaagblad wanneer u het gereedschap gaat
vervoeren.
•
Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt u het horizontaal
door de aandrijfas vast te pakken. Houd de hete uitlaatdemper uit
de buurt van uw lichaam.
•
Wanneer u het gereedschap in een voertuig vervoert, zet u het
goed vast om te voorkomen dat het omvalt. Als u dat niet doet,
kan brandstof gemorst worden en kan het gereedschap en
andere bagage beschadigd worden.
Onderhoud
•
Voordat u enige onderhouds-, reparatie- of
schoonmaakwerkzaamheden uitvoert aan het gereedschap, zet u
altijd de motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de
accu. Wacht totdat de motor is afgekoeld.
•
Om de kans op brand te verkleinen, mag u nooit onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren in de buurt van een vuur.
•
Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u de zaagketting
hanteert.
•
Verwijder altijd stof en vuil vanaf het gereedschap. Gebruik
voor dit doel nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz.
Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten van de
kunststofdelen.
•
Draai na gebruik alle schroeven, bouten en moeren vast,
uitgezonderd de stelschroeven van de carburateur.
•
Houd de zaagketting scherp. Als de zaagketting bot is geworden
en hij slecht zaagt, vraagt u een erkend Dolmar-servicecentrum
om hem te slijpen of te vervangen door een nieuwe.
•
Probeer geen onderhoud of reparatie uit te voeren die niet
in deze gebruiksaanwijzing of de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem wordt beschreven. Vraag een erkend Dolmar-
servicecentrum om dergelijke werkzaamheden uit te voeren.
•
Gebruik altijd uitsluitend originele vervangingsonderdelen
en accessoires van Dolmar. Als u onderdelen of accessoire
van derden gebruikt, kan het gereedschap defect raken,
eigendommen worden beschadigd en/of ernstig letsel worden
veroorzaakt.
•
Verzoek regelmatig een erkend Dolmar-servicecentrum om het
gereedschap te inspecteren en onderhouden.
Opslag
•
Alvorens het gereedschap op te bergen, voert u alle reinigings-
en onderhoudswerkzaamheden uit. Plaats de schede over het
zaagblad. Trek de bougiekap eraf of verwijder de accu. Tap de
brandstof en kettingolie af, nadat de motor afgekoeld is.
•
Berg het gereedschap op een droge en hoge of afgesloten plaats
op, buiten bereik van kinderen.
•
Laat de machine nooit ergens tegenaan leunen, zoals tegen een
muur. Anders kan deze plotseling omvallen en letsel veroorzaken.
34