Vacuümslang aansluiten
• Trek voor het aansluiten van de vacuüms-
lang de beschermkap [2-3] uit de steeknip-
pel en draai de beschermkap opzij.
• Sluit een vacuümslang [2-1] op de aans-
luiting [2-2] aan.
• Als er geen vacuümslang aangesloten is,
druk dan als bescherming tegen bescha-
diging altijd de beschermkap [2-3] op de
aansluiting [2-2].
Elektrische aansluiting
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen wanneer de
machine met een ontoelaatbare span-
ning of frequentie wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op
het typeplaatje van de machine overeen
te stemmen.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120 V/60 Hz worden ingezet.
• Sluit de netleiding op de aansluiting [1-1]
aan [afbeelding 3].
• Steek de stekker van de netleiding in een
stopcontact.
7
Gebruik
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen - let op tijdens
het gebruik:
• De wijzer van de vacuümmeter [1-3]
moet altijd in het groene bereik liggen.
Onderbreek het werk onmiddellijk zodra
de wijzer in het rode bereik staat en
verhelp de oorzaak van de storing (zie
"Hoofdst. 13 Opheffen van fouten").
• Zorg ervoor dat alle afdekkingen, be-
schermroosters, kappen enz. gemonteerd
en gesloten zijn.
• Zorg ervoor dat aan de voorwaarden voor
de installatie voldaan is, vooral dat er
voor voldoende koeling gezorgd wordt.
Werkwijze
• Schakel de pomp aan de schakelaar [1-2]
in (I = AAN, 0 = UIT).
• Sluit een vacuümslang aan de aansluiting
[2-2] aan.
• Wacht tot de wijzer van de vacuümmeter
[1-3] in het groene bereik is.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
• Schakel na het gebruik de pomp aan de
aan-/uitschakelaar [1-2] uit.
8
Onderhoud en verzorging
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen, elektrische
schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
•
machine altijd de stekker uit het stop-
contact.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaam-
•
heden waarvoor het vereist is de behu-
izing te openen, mogen alleen door een
geautoriseerde onderhoudswerkplaats
worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig de stekker en de
•
kabel en laat deze bij beschadiging door
een geautoriseerde onderhoudswerk-
plaats vernieuwen.
Voor het behoud van de luchtcirculatie moe-
ten de ventilatie-openingen [1-4] aan het
pompreservoir altijd vrij en schoon gehou-
den worden. De schuiven (lamellen) van de
droog lopende draaischuifpomp verslijten
door het gebruik en moeten na 5000-8000
bedrijfsuren vervangen worden. Een vervan-
ging is nodig als bij een met beschermklep
[2-3] gesloten aansluiting [2-2] de onder-
drukindicatie aan de vacuümmeter [1-3]
minder dan -0,7 bar weergeeft.
De schuifwissel mag alleen door een
geautoriseerde servicewerkplaats uit-
gevoerd worden.
Luchtfi lter vervangen
Om schade aan de pomp te vermijden, raden
we u aan om de luchtfi lter [4-1] om de 12
maanden te vervangen.
• Open de SYSTAINER.
• Trek de luchtfi lter een beetje uit zijn houder
[afbeelding 4].
34