13
Opheffen van fouten
Waarschu-
wing
Probleem
Vereiste onder-
druk wordt niet
bereikt. Wijzer
van de vacuüm-
meter [1-3] in het
rode bereik.
De onderdruk is
tijdens het gebruik
te gering.
De vacuümpomp
loopt niet aan.
De vacuümpomp
blokkeert
De vacuümpomp
loopt heel luidt of
ratelt.
De vacuümpomp
wordt heel heet en
schakelt uit.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de pomp mogen alleen
in een geautoriseerde onderhoudswerkplaats uitgevoerd worden.
Mogelijke oorzaak
Vacuümmeter defect
Vacuümpomp defect
Slang- en/of buisaansluitingen zijn
niet dicht
Luchtfi lter gedeeltelijk verstopt
Boven 2000 m boven de zeespiegel
Schuif versleten
Vacuümslang defect of ondicht
Vacuümpomp defect
Bij het gebruik van de spaneenheid
VAC SYS SE:
spaneenheid dicht niet met de in-
spanplaat af
zuigschijf dicht niet volledig met het
werkstuk af
Aandrijfmotor heeft niet de correcte
aansluitspanning of is overbelast
Vacuümpomp defect
Aansluitkabel is te zwak of te lang
Vreemde elementen in de vacuüm-
pomp
Schuifbreuk
Losse verbinding(en) aan de ne-
taansluiting
Vreemde elementen in de vacuüm-
pomp
Defecte lagers of versleten schuiven
Onvoldoende toevoer van koellucht
Netfrequentie of netspanning buiten
het tolerantiebereik
Omgevingstemperatuur hoger dan
40 °C
Oplossing
Vacuümmeter vervangen
(Festool service)
Vacuümpomp repareren of vervan-
gen (Festool service)
Dichtheid van de aansluitingen con-
troleren
Luchtfi lter vervangen
Schuif vervangen (Festool service)
Vacuümslang vervangen; evt. slang-
verbindingen vervangen
Vacuümpomp repareren of vervan-
gen (Festool service)
Werk onmiddellijk onderbreken en
werkstuk afnemen
Inspanplaat en zuigschijf contro-
leren
Aandrijfmotor van correcte aansluit-
spanning voorzien
Vacuümpomp repareren of vervan-
gen (Festool service)
Een voldoende gedimensioneerde
aansluitkabel gebruiken
Met de service van Festool contact
opnemen
Schuif vervangen (Festool service)
Losse verbindingen aandraaien of
vervangen.
Met de service van Festool contact
opnemen
Zorg ervoor dat de koeling van de
vacuümpomp niet door stof/vuil ge-
hinderd is.
Ventilatierooster reinigen,
afstand van de ventilatie-openingen
tot de muur in acht nemen
Voor stabiele stroomvoorziening
zorgen
Werk onderbreken
36