▪ Duw de stopper (1 of 2) langzaam en gelijkmatig omlaag, om zoveel mogelijk sap
te behouden.
Te hard duwen heeft een negatieve invloed op de sapkwaliteit. Bovendien kan de
microfilter (4) hierdoor vast komen te zitten en beschadigd worden.
Let op: Steek nooit uw handen, kookgerei of andere vreemde voorwerpen (bv.
haren, kledingstukken, borstels, doeken) in de vulopening (3) wanneer de stekker
in het stopcontact zit.
▪ Nadat u alle stukken groenten en fruit verwerkt hebt en er geen sap meer in
de sapkan loopt, schakelt u het apparaat uit en neemt u de stekker uit het
stopcontact. Wacht tot de microfilter (4) niet meer draait.
▪ Indien de motor tijdens de werking sputtert, opvallend langzaam draait of stil
staat, schakel dan onmiddellijk het apparaat uit en neem de stekker uit het
stopcontact.
Verwijder de microfilter en reinig deze vervolgens.
Algemene instructie
▪ Bijzonder geschikt om te bewerken zijn ananas, rode biet, selderij, komkommer,
wortelen, spinazie, meloenen, tomaten, granaatappels, sinaasappels en druiven.
▪ Zeer harde en/of vezelige groeten en fruit zoals bv. suikerriet, zijn niet geschikt
voor de sapcentrifuge.
▪ Zetmeelhoudend fruit zoals bananen, papaja's, avocado's, vijgen en mango's zijn
niet geschikt voor de sapcentrifuge. Om deze vruchten te bewerken, gebruikt u
een keukenmachine of staafmixer.
▪ Druk de stopper (1 of 2 ) langzaam en zonder grote druk omlaag om zoveel
mogelijk sap te verkrijgen.
▪ Let erop dat het pulpreservoir (5) en de sapkan niet overvuld worden. Het
apparaat kan dan niet meer goed werken.
47