NEDERLANDS
(Originele instructies)
1
Een typische afbeelding van
goede handplaatsing, werkstuk-
ondersteuning en netsnoerroute
(indien van toepassing).
2
Om terugslag te voorkomen,
ondersteun de plank of plaat
dicht bij de snijlijn.
3
Plaats de ondersteuningen niet
te ver van de snijlijn.
4
Zeskantsleutel
5
Asvergrendeling
6
Vastdraaien
7
Losdraaien
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Diameter zaagblad .............................................. 190 mm
Max. zaagdiepte
90° ...................................................................... 66 mm
45° ...................................................................... 46 mm
-1
Toerental onbelast/min
Totale lengte ........................................................ 356 mm
Netto gewicht.......................................................... 5,5 kg
• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• De technische gegevens kunnen van land tot land ver-
schillen.
• Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bedoeld voor overlangs en diagonaal
recht zagen en voor verstekzagen bij hoeken tot maxi-
maal 45° in hout terwijl het gereedschap goed in contact
met het werkstuk wordt gehouden.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geïsoleerd vol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Voor openbare laagspanningsverdeelsystemen van
tussen 220 V en 250 V
Schakelbedieningen van elektrische toestellen veroorza-
ken spanningsschommelingen. De bediening van dit
gereedschap onder ongunstige lichtnetomstandigheden
kan een nadelige invloed hebben op de bediening van
andere apparatuur. Het kan worden aangenomen dat er
geen negatieve effecten zullen zijn wanneer de netimpe-
dantie gelijk is aan of minder is dan 0,35 Ohm.
Het stopcontact dat voor dit gereedschap wordt gebruikt,
moet beveiligd zijn door een zekering of een stroomon-
derbreker met trage afschakelkarakteristieken.
24
Verklaring van algemene gegevens
8
Zaagblad
9
Buitenflens
10 Binnenflens
11 Zeskantbout
12 Zeskantbout (Voor afstelling
van het spouwmes)
13 Spouwmes
14 Hendel
15 Vleugelmoer
16 Voor 45° verstekzagen
17 Voor zagen in rechte lijn
18 Voetplaat
19 Ontgrendelknop
5017RKB
.......................................... 4 800
20 Trekschakelaar
21 Terugtrekhendel
22 Veiligheidskap
23 Breedtegeleider
24 Inkeping
25 Zaaglijn
26 Stofkap
27 Rubberdop
28 Hendel
29 Stofzuiger
30 Limietaanduiding
31 Borstelhouderdop
32 Schroevendraaier
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de
waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van de cirkelzaag altijd strikt in acht. Bij onveilig of
verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap,
bestaat de kans op ernstig persoonlijk letsel.
Gevaar:
1.
Houd uw handen uit de buurt van het zaaggebied
en het zaagblad. Houd met uw andere hand de
voorhandgreep of de behuizing van het gereed-
schap vast. Als u de cirkelzaag met beide handen
vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen.
2.
Reik nooit met uw handen onder het werkstuk.
De beschermkap kan u niet beschermen onder het
werkstuk tegen het zaagblad. Probeer niet afge-
zaagd materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad
nog draait.
LET OP: Het zaagblad draait nog na nadat het
gereedschap is uitgeschakeld. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u
het afgezaagde materiaal vastpakt.
3.
Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte
van het werkstuk. Minder dan een volledige tand-
hoogte dient onder het werkstuk uit te komen.
4.
Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
vast met uw handen of benen. Zorg dat het werk-
stuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond.
Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen
om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan
blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de
controle over het gereedschap verliest. (Fig. 1)
GEA010-1
GEB029-1