U kunt de zeeniveaudruk na een geslaagde installatie ook op een ander gewenst moment instellen. Lees voor
meer informatie a.u.b. de sectie "WEERSVERWACHTING EN BAROMETRISCHE DRUK.
Opmerking: u kunt de huidige zeeniveaudruk aflezen op websites met weersverwachtingen voor uw locatie.
2. Een locatie voor de windmeter selecteren
Selecteer als volgt een installatieplek voor de windmeter:
- Buitenshuis, zonder blokkering bovenop of op de zijkanten, zodat de wind de windmeter vrij kan bereiken.
- Binnen 100 meter (328 voet) open ruimte vanaf de monitor. Verkort de afstand als er obstakels zijn tussen
de windmeter en monitor
De beste locatie voor de windmeter is gewoonlijk gemonteerd op een mast in een open gebied waar de wind
niet wordt geblokkeerd aan de bovenkant en zijkanten, of boven dakhoogte op het gebouw waar de monitor is
geplaatst.
Het effectieve overdrachtbereik testen
Meet de afstand tussen de monitor en windmeter voordat u de windmeter installeert en controleer of dit
binnen het effectieve overdrachtbereik valt. Het is raadzaam vóór installatie een simpele RF overdrachttest uit
te voeren.
1. Plaats de monitor op de gewenste locatie binnenshuis en installeer de adapter en batterijen (zie de sectie
"Batterij en adapter installeren voor de monitor" hierboven).
2. Plaats de windmeter horizontaal op de geselecteerde locatie buitenshuis. Draai de schroefjes op het
batterijklepje los met een kleine Phillips schroevendraaier en open het batterijklepje. Plaats 2 stuks AA
batterijen volgens de gemarkeerde polariteit. Sluit het batterijklepje en draai de schroefjes vast.
3. Houd de "CHANNEL/SEARCH" (KANAAL/ZOEK) toets op de monitor 3 seconden ingedrukt, vervolgens
zullen de icoontjes voor windrichting, temperatuur en vochtigheid op de display knipperen. De monitor
zoekt nu naar alle afstandsensors.
4. Als er binnen 10 seconden geldige metingen op de monitor verschijnen voor windrichting, windsnelheid en
kanaal-1 temperatuur/vochtigheid, dan is de RF overdracht geslaagd en zijn de windmeter en monitor
binnen het effectieve overdrachtbereik.
Als de bovengenoemde metingen na 10 minuten zoeken niet worden weergegeven, dan is de overdracht
mislukt.
Verkort in dit geval de afstand tussen de windmeter en monitor. Stel de windmeter terug door alle batterijen
uit de windmeter te halen en 10 seconden te wachten voordat u de batterijen weer installeert. Herhaal
stappen 3 en 4 totdat de overdracht succesvol is.
5. Haal alle batterijen uit de windmeter alvorens te monteren of kalibreren.
3. De windmeter monteren
Belangrijk: Zorg er vóór installatie voor dat de monitor en windmeter binnen het effectieve overdrachtbereik
vallen.
Opmerking: Om de windmeter te monteren, hebt u een mast nodig (niet inbegrepen) met een diameter van
ongeveer 2,54 – 3,18 cm (1 – 1,25 inch), en tevens de hardware om het op de installatieplek te bevestigen.
Als u al eerder een mast hebt geïnstalleerd (voor montage van een antenne bijvoorbeeld), dan kunt u de
windmeter op die mast monteren.
(1) U kunt een mast eventueel monteren en aarden aan de hand van de instructies meegeleverd met de
mast.
(2) Plaats de meegeleverde U-vormige metalen platen rondom de mast. Steek 4 stuks van de
meegeleverde zeskantschroeven door de gaten van de U-vormige platen en de gaten op de
montagebeugel van de windmeter.
(Het windkanaal zit boven de windbeker en de metalen stang van de windmeter zit in de horizontale
waterpas).
(3) Draai de meegeleverde zeskantbout vast op beide einden van elke schroef.
MAST
31