Bediening van de groefmachine
De dikte van de buiswand mag de bovenvermelde
maxima niet overschrijden.
Met gesloten cilinderklep met de klok mee draaien, de
schakelaar indrukken en de machine laten vrijlopen om
te controleren of ze correct werkt.
Oefen snel benedenwaartse druk uit op de pomphendel
om de begingroef te maken. Ga langzaam verder en
laat toe dat de buis een volle draai maakt voor elke
volledige slag van de pomphendel.
Komt de buis uit de draaischroef, stop dan de machine
en controleer de procédés voor "buismontage".
Als de dieptestelmoer in aanraking komt met de
machinebehuizing, laat dan toe dat de buis twee
volledige draaien maakt om de diepte van de groef te
nivelleren.
Open de cilinderklep door tegen de klok in te draaien,
waardoor de bovenrol de buis vrijlaat.
Alvorens met de volgende groeven verder te gaan,
moet u de diameter van de groef controleren.
De groefdiameter moet gemeten worden met een
diameterlint. Om de groefdiameter te verminderen
(de diepte van de groef te vermeerderen), moet u
de dieptestelmoer een markering naar links draaien.
Om de groefdiameter te verhogen (de diepte van de
groef te verminderen), moet u de dieptestelmoer een
markering naar rechts draaien. Nadat de stelmoer
gedraaid werd, bevestigt u haar in haar positie door de
instelcontramoer vast te draaien.
BEDIENING
Bij het groeven van lange leidingen kunt u de stabilisator
gebruiken om te voorkomen dat de leiding trilt en
verschuift tijdens het roteren en om te voorkomen dat
de machine onstabiel wordt door het gewicht van de
leiding.
Zonder de stabilisator kan het moeilijk zijn correcte
groeven te produceren of kan de machine schade
oplopen en ongevallen of letsels veroorzaken.
Kartelen met stabilisator
Gebruik de stabilisator niet met leidingen van 200
mm of korter. Uw vinger kan dan namelijk tussen de
bewegende delen gekneld raken.
Voorkom dat de leiding tijdens het kartelen te veel
beweegt als gevolg van ruwe of ongelijkmatige
groeven in lange stalen leidingen van meer dan (6").
Nadat u de stabilisator voor leidingen met een
specifieke diameter en dikte hebt ingesteld, hoeft u dit
niet meer opnieuw in te stellen.
Leg de leiding zo, dat hij horizontaal ligt en de
draaibankschroef raakt.
Druk de pomphendel naar onderen om de bovenste rol
te verschuiven totdat hij de leiding raakt.
Draai aan het wiel om de stabilisator-rol naar onderen
te bewegen totdat hij de buitenkant van de leiding
raakt. Wanneer de stabilisator tegen de buitenkant van
de leiding ligt, draait u hem met een volle slag vast en
bevestigt u de borgschroef om trillingen te voorkomen.
NEDERLANDS
87