10. Plaats de achterplaat op de geleidepennen achter op de bodemplaat van de kachel. Druk de achterplaat
vervolgens naar de kachel toe. Til de achterplaat op en druk deze voorzichtig naar binnen tot hij op
zijn plaats valt. Schroef de 2 schroeven vaste op het midden van de achterplaat.
11. Plaats de zijwand van de kachel op de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel en duw ze naar de kachel.
Til de zijkant op en druk voorzichtig naar binnen tot hij op zijn plaats valt. Herhaal met de andere kant.
h
et
Monteren
Controleer voor het opstellen van de kachel of alle afzonderlijke delen correct gemonteerd zijn.
Verticale doorsnede van de kachels (Tekening B)
B1: HWAM 310
B2: HWAM 330
B3: HWAM 30
1. Rookplaat. Moet op de stalen rail en de houder middenvoor liggen.
2. De rookgeleidingsplaat is aan drie haken onder de topplaat opgehangen. De ene haak heeft een extra
gebogen rand als transportbeveiliging. Deze rand moet echter voor de montage worden verwijderd.
Doe dit met een schroevendraaier.
3. Afdekplaat. Wordt op het rooster geplaatst.
. Rookafvoer naar achteren. In de fabriek afgesloten met een opgeschroefde plaat. Hierdoor is de
rookafvoer achter de achterplaat verborgen.
. Losse achterplaat, die de automatiek afdekt. Dient altijd gemonteerd te zijn als de kachel tegen een
brandbare wand staat.
. Los warmteschild onder de asla. Kan als deksel worden gebruikt als de asla wordt verwijderd om deze
te legen.
Aansluiting op de schoorsteen
Alle kachels hebben een achter- en een bovenaansluiting voor de rookafvoer. De kachel kan op een
goedgekeurde stalen schoorsteen met bovenaansluiting of rechtstreeks op de achteraansluiting van een
schoorsteen worden aangesloten.
Verticale doorsnede van de rookafvoer (Tekening C)
C1: Rookafvoer langs boven
C2: Rookafvoer langs achter
1. Stalen schoorsteen.
2. De bocht past inwendig op het aansluitstuk van de kachel.
3. Gemetselde schoorsteenwand.
. Ingemetselde mof. Past op de rookpijp.
. Muurrosace. Verbergt reparatie rond de gemetselde mof.
. Pakking. Wordt gedicht met dichtingsstrip.
. Rookkanalen van de HWAM kachel.
8. Dekplaat in buitenste achterplaat: afbreken als de achteruitgang wordt gebruikt.
9. Opgeschroefd deksel: op de topplaat schroeven als de achteruitgang wordt gebruikt.
10. Rookbus: op de achterzijde schroeven als de achteruitgang wordt gebruikt.
11. Regelklep in rookbuis.
12. Reinigingsluik.
13. Rookbuis voor achteruitgang.
1. Los deksel van gietijzer: moet in de topplaat worden gelegd als de achteruitgang wordt gebruikt.
Dekplaat (Tekening D)
Uw HWAM kachel wordt met een losse afdekplaat voor het schudrooster geleverd. De afdekplaat is
van
aFzonDerlIjKe
Delen
19