Mogelijke fouten
Hierna worden voor u mogelijke fouten alsook de oorzaken en de oplossing daarvan opgesomd.
Fout
Afstandsbediening (2) reageert
niet.
Quadrocopter (1) reageert niet. Batterijen (3) in de
Quadrocopter (1) kan niet
gecontroleerd worden.
Quadrocopter (1) vliegt niet
naar boven.
Mogelijke oorzaak
Afstandsbediening (2) is
uitgeschakeld.
Batterijen (3) verkeerd ingelegd. Batterijen (3) correct inleggen.
Batterijen (3) zijn leeg.
afstandsbediening (2) zijn
verkeerd ingelegd of leeg.
Accu (1g) in de quadrocopter
(1) is leeg.
Controlelampjes (1c) knipperen
resp. branden niet.
Quadrocopter (1) buiten
reikwijdte.
Te felle wind of luchtstroom.
Niet genoeg gas.
Accu (1g) is leeg.
Oplossing
Afstandsbediening (2)
inschakelen.
Batterijen (3) vervangen.
Batterijen (3) controleren en
eventueel vervangen.
Accu (1g) laden.
Accu-steekverbinding (1d) met
quadrocopter-steekverbinding
(1e) verbinden.
Vergewis u ervan dat de afstand
tussen afstandsbediening (2) en
quadrocopter (1) niet meer dan
maximaal 30 m bedraagt.
De quadrocopter (1) is
uitsluitend geschikt voor een
windstille omgeving zonder
luchtstroom.
Schuif de gashendel (2a)
helemaal naar voren.
Accu (1g) laden.
NL/BE
39