5.2.5 Elektrisch aansluiting (fi g. 1)
•
Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens
van het stroomnet alvorens het toestel aan te
sluiten.
•
Let bij gebruik van verlengkabels erop dat die
geschikt zijn voor buiten en beschikken over
een voldoende aderdoorsnede:
1 tot 10 m: 1,5mm
10-30m: 2,5mm
2
•
Steek de netstekker aan de netkabel het
stopcontact in.
6. Bediening
De machine bestaat uit een ondergroep met een
pomp die afgedekt is door een stootvaste behu-
izing. De machine is voorzien van een lans en
een handig pistool voor een optimale werkpositie
waarvan vorm en uitrusting overeenkomen met
de geldige voorschriften.
6.1 Inbedrijfstelling:
Als u de hogedrukreiniger helemaal hebt gemon-
teerd en alle aansluitingen hebt uitgevoerd kan u
als volgt aan de slag gaan:
Open de watertoevoer. Druk op de borgbout a
(fi g. 2) op het pistool en trek de trekker b (fi g. 2)
terug zodat de in het gereedschap voorhanden
zijnde lucht kan ontsnappen.
Zet het toestel aan door de AAN/UIT-schakelaar
(fi g. 1/3) naar de stand „I" te brengen. Bedien nu
de trekker (b).
Om het toestel uit te schakelen laat u de trekker
(b) los, het toestel gaat dan over naar de standby-
modus. Zodra u de trekker (b) opnieuw bedient
herstart de hogedrukreiniger.
Om de hogedrukreingier helemaal uit te schake-
len brengt u de AAN/UIT-schakelaar (fi g. 1/3) naar
de stand „O".
6.2 Inzet van reinigingsmiddelen
•
Vul het reinigingsmiddelreservoir (10) met
een geschikt reinigingsmiddel.
•
De bijmenging van het reinigingsmiddel ge-
beurt automatisch bij lage druk.
Anl_BHP_1333_SPK7.indb 68
Anl_BHP_1333_SPK7.indb 68
2
NL
Aanwijzing:
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die uitdrukkeli-
jk geschikt zijn voor hogedrukreinigers.
6.3 Houder pistool/toebehoren (fi g. 1)
Om het pistool en het toebehoren plaatsbespa-
rend op te bergen kunnen deze in de daartoe
voorziene houder (2) worden bewaard.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt.
8.2 Onderhoud
8.2.1 Controle van de wateraanzuigfi lter
De zuigfi lter periodiek controleren om verstoppin-
gen te voorkomen die de werking van de pomp in
gevaar kunnen brengen.
Schroef de aansluitkoppeling voor de water-
toevoerslang af van het toestel en maak de zich
erachter bevindende toevoerfi lter onder stromend
water schoon.
- 68 -
09.09.14 09:04
09.09.14 09:04