NL
3 Werking
3.5
Wegen en meten
van het lichaamsvet-,
vochtgehalte en
spiermassa
74
AANWIJZING
Betrouwbare meetresultaten zijn alleen onder bepaalde
voorwaarden te bereiken, zoals onder "2.4 Voorwaarden voor
juiste meetresultaten" beschreven, pag. 69 - 70.
Zet de weegschaal op een stabiele en stevige ondergrond. Alle vier poten
moeten contact maken met de vloer.
1. Druk op de AAN-toets
weegschaal aan te zetten. Op
het display verschijnt "0.0 kg".
2. Door het indrukken van de
OMHOOG-toets
OMLAAG-toets
kiest u uw
persoonlijke geheugenplaats
(1 - 12).
3. Druk op de AAN-toets
keuze te bevestigen. Uw opge-
slagen persoonlijke gegevens
worden aangegeven; aansluitend
verschijnt in de display weer
"0.0 kg".
4. Ga op blote voeten op de weeg-
schaal staan en blijf rustig staan.
Wanneer u niet binnen ca 36 sec.
op de weegschaal stapt, schakelt
die automatisch uit, om de batterijen
te sparen. Eerst wordt ca. 8 sec.
lang het gewicht aangegeven.
Tegelijkertijd knippert het symbool
dat aangeeft, dat de lichaamsvet-
waarde het vochtgehalte en de
spiermassa worden gemeten.
5. Op het display
worden na
elkaar gedurende elke ca. 5 sec.
de gemeten waarde voor
lichaamsvet, vochtgehalte en
spiermassa aangegeven, gevolgd
door de vastgestelde waarde
voor de dagelijkse behoefte aan
calorieën.
De aanduidingsvolgorde van de gemeten waarden herhaalt zich. Daarna
schakelt de weegschaal automatisch uit. Stap van de weegschaal.
, om de
en/of de
, om de
,