Initiële tijdstand:
Wanneer de klok voor het eerst wordt ingeschakeld staat hij in de tijdstand en geeft een tijd weer van
0:00 in het 24-uur systeem. De initiële datum is 1 januari (initieel jaar is 2010). De temperatuur is in
graden Celsius en de alarm- en sluimerfuncties zijn uitgeschakeld.
Instellen van tijd, jaar, maand en dag:
1. Druk in de tijdstand de SET (INSTELLEN) toets gedurende 3 seconden om naar de tijdinstelling te
gaan, en de urenaanduiding begint te knipperen. Druk de UP (OMHOOG) of DOWN (OMLAAG)
toets om het uur in te stellen en druk nogmaals de SET (INSTELLEN) toets. Gebruik dan de UP
(OMHOOG) of DOWN (OMLAAG) toets om achtereenvolgens het jaar, de maand en de dag in te
stellen. Druk nogmaals de SET (INSTELLEN) toets om terug te keren naar normale tijdsweergave
(de week wijzigt automatisch wanneer de datum wordt ingesteld).
2. Druk om de instelstand te verlaten de MODE (STANDEN) toets of druk gedurende 1 minuut op
geen enkele toets.
Wisselen tussen de 12-uur en 24-uur stand:
Druk in de tijdstand de UP (OMHOOG) toets om te wisselen tussen de 12-uur en 24-uur stand.
Alarm- en sluimerfuncties:
Schakel in de tijdstand de wek- en sluimerfuncties in met de DOWN (OMLAAG) toets en druk hem
nogmaals om de functie uit te schakelen. De weergegeven symbolen zijn (((□))) voor wekken en Zz
voor sluimeren. In de normale tijdstand geeft het niet aanwezig zijn van een wek- of sluimersymbool
aan dat het wekken en sluimeren zijn uitgeschakeld. Als de wek- en sluimersymbolen niet worden
weergegeven, gaat het wekalarm niet af wanneer de ingestelde tijd wordt bereikt. Als echter alleen het
weksymbool wordt weergegeven is de sluimerfunctie niet beschikbaar. Als beide functies zijn vereist,
dienen de wek- en sluimersymbolen gelijktijdig te worden weergegeven.
Druk in de tijdstand eenmaal de MODE (STANDEN) toets om naar de alarmstand (met ALARM
symbool) te gaan.
Druk de SET (INSTELLEN) toets gedurende 3 seconden en de urenaanduiding begint te knipperen.
Druk de UP (OMHOOG) of DOWN (OMLAAG) toets om het gewenste uur in te stellen en druk kort de
SET (INSTELLEN) toets en stel daarna met de UP (OMHOOG) of DOWN (OMLAAG) toets de
minuten in. Druk om terug te keren naar de tijdstand tweemaal de MODE (STANDEN) toets of druk op
geen enkele toets.
Wanneer de klok de ingestelde tijd bereikt, wordt de wektoon weergegeven, begint de klok te roteren
en geeft de gekleurde lamp wisselend gekleurd licht af. Na één minuut stopt hij automatisch. Als één
van de toetsen wordt gedrukt, stopt de wektoon. Als de sluimerfunctie van de klok is geactiveerd, zal
na 5 minuten de wektoon weer worden weergegeven, roteert de klok en geeft de gekleurde lamp
wisselend gekleurd licht af (de sluimerstand wordt weergegeven. De sluimerfunctie kan 3 keer worden
gebruikt). Na één minuut stopt hij automatisch. Druk in de sluimerstand SET (INSTELLEN) om de
sluimerstand te stoppen.
Timerstand:
Druk in de tijdstand tweemaal de MODE (STANDEN) toets om naar de aftelstand te gaan. De
weergegeven standaardtijd is 0:00:00.
Druk gedurende ongeveer 3 seconden de SET (INSTELLEN) toets om naar de instelling te gaan en
de urenaanduiding begint te knipperen. Druk de UP (OMHOOG) of DOWN (OMLAAG) toets om de
ureninstelling te verhogen of te verlagen en druk nogmaals de SET (INSTELLEN) toets. Gebruik
vervolgens de UP (OMHOOG) of DOWN (OMLAAG) toetsen om de minuten en secondes in te stellen
en druk uiteindelijk nogmaals de SET (INSTELLEN) toets om de instellingen te bevestigen.
15