3 Bediening
3.6 Warmhoudfunctie
Als u het water op een bepaalde tempera-
tuur wilt houden, kunt u de warmhoudfunctie
gebruiken.
Om de warmhoudfunctie te gebruiken gaat
u als volgt te werk:
1. Vul de waterkoker met water, zoals be-
schreven in
hoofdstuk 3.2, „Vullen".
2. Zet de waterkoker aan, zoals beschreven
in
hoofdstuk 3.4, „Dagelijks gebruik".
6
3. Druk
op
de
warmhoudknop
WARM", om deze functie te activeren
(afb. 6).
- De groene warmhoudlamp begint te bran-
den (afb. 6).
- Het apparaat zal het water verwarmen tot
de ingestelde temperatuur is bereikt.
- Dan schakelt het apparaat uit en de rode
indicatielamp gaat uit.
- Die warmhoudfunctie blijft echter actief.
(De groene warmhoudlamp brandt.)
- Als de temperatuur daalt, begint de water-
koker het water weer te verwarmen. (De
rode indicatielamp gaat branden).
4. Druk de AAN/UIT-schakelaar „ON/OFF"
om de warmhoudfunctie uit te zetten.
De groene warmhoudindicatielamp en de
rode indicatielamp gaan uit.
40
3.7 Uitschakelautomaat
De waterkoker beschikt ook over een uitscha-
kelautomaat die (binnen 30 seconden) over-
verhitting en dus beschadiging van het appa-
raat voorkomt.
Automatisch uitschakelen gebeurt wan-
neer:
- de ingestelde temperatuur is bereikt;
- er te weinig of geen water in de kan zit;
- de waterkoker van de voet wordt getild.
OPGELET:
Wacht tot de kookplaat volledig is afge-
koeld. Daarna mag u de waterkoker pas
weer met water vullen.
3.8 Na gebruik
„KEEP
WAARSCHUWING:
Plaats de waterkoker altijd weer op zijn voet
na het leegschenken, zodat de contactstek-
ker altijd beschermd is tegen aanraking,
water en vuil.
1. Maak de waterkoker helemaal leeg.
2. Zet de waterkoker op zijn voet.
3. Trek de stekker uit het stopcontact.
Als u het apparaat voor langere tijd wilt op-
bergen:
1. ontkalk de waterkoker
„Ontkalken".
2. berg het apparaat op in een koele, droge
ruimte.
hoofdstuk 4.2,