•
In geen geval gebruiken bij een accu met
gesloten bouwwijze (VRLA accu zoals bijv.
AGM of gel accu). Neem de instructies van de
fabrikant van de accu in acht.
•
Alleen gebruiken bij een vrijstaande, gede-
monteerde accu en niet in ingebouwde toe-
stand met verbinding met de boordelektroni-
ca van uw voertuig. Verhoogde laadspanning
kan de boordelektronica beschadigen. Neem
de handleiding van uw voertuig in acht of
wend u tot de fabrikant.
RECOND laadprogramma gebruiken
•
Sluit de lader zoals beschreven in hoofdstuk
5.3 aan aan een loodzuur accu en controleer
het laadproces om het half uur.
•
Na ten laatste 4h of zodra de accu hoorbaar
gast (blubbert), verwijdert u de lader zoals
beschreven in hoofdstuk 5.3.
•
Controleer indien mogelijk de zuurstand en
vul, indien mogelijk, de accucellen evt. alleen
met gedestilleerd water bij. De zuurstand ligt
idealiter tussen de opgedrukte max. en min.
waarde en moet voor alle cellen gelijk zijn.
Schroef het accudeksel, indien voorhanden,
weer vast.
5.2.3 Aanvullende functie
H) SUPPLY: Voor de 12V gelijkspanningsvoeding,
bijv. bij vervanging van een accu of het bedrijf van
12V DC verbruikers.
'Mode' toets indrukken –> omschakelen van RE-
COND op SUPPLY functie.
Waarschuwing! De beveiliging tegen verkeerde
poling staat niet ter beschikking. Bij verkeerde
poling bestaat het gevaar van schade aan de la-
der en aan de accu/het boordnet van het voertuig
resp. aan de aangesloten verbruiker. Let absoluut
op de juiste polariteit bij het aansluiten. Houd
rekening met de max. krachtontneming (z. Techni-
sche gegevens) van de verbruiker.
Aanwijzingen:
•
De geleverde gelijkspanning (weergegeven
op het display) is van de last afhankelijk en
bedraagt zonder belasting ca. 14,5V.
•
De functie kan worden gebruikt voor verbru-
ikers die zijn aangesloten aan een sigaret-
tenaansteker in het voertuig.
•
Neem de handleiding van uw 12V verbruiker
in acht.
NL
5.3 Laden van de accu
•
Maak het accudeksel (indien voorhanden) los
of haal het van de accu af.
•
Controleer de zuurstand van uw accu. Indien
nodig giet u er gedestilleerd water in (indien
mogelijk). Opgelet! Accuzuur is bijtend. Zuur-
spetters meteen grondig afspoelen met veel
water, indien nodig een arts raadplegen.
•
Sluit eerst de rode laadkabel aan op de
pluspool van de accu.
•
Daarna wordt de zwarte laadkabel, op af-
stand van accu en benzineleiding, aangeslo-
ten aan de carrosserie.
•
Waarschuwing! Normaal gezien is de nega-
tieve accupool verbonden met de carrosserie
en gaat u om te laden te werk zoals hierboven
beschreven. In uitzonderingsgevallen kan
het mogelijk zijn dat de positieve accupool is
verbonden met de carrosserie (positieve aar-
ding). In dit geval sluit u de zwarte aardkabel
aan op de minpool van de accu. Vervolgens
verbindt u de rode laadkabel, op afstand van
accu en benzineleiding, met de carrosserie.
•
Nadat de accu is aangesloten aan de lader
kunt u de lader aansluiten aan een contact-
doos (z. Technische gegevens). U kunt nu de
laadinstellingen wijzigen (z. hoofdstuk 5.2).
•
Opgelet! Door het laden kan gevaarlijk
knalgas ontstaan; daarom tijdens het laden
vonkvorming en open vuur vermijden. Explo-
siegevaar! Zorg voor een goede beluchting in
de ruimtes.
•
Als op het LCD-display 'FUL' verschijnt (en
alle deelstreepjes (afb. 2, pos. K)), dan is het
laadproces afgesloten. De lader houdt de
accu door impulslading op 95 – 100% be-
schikbare capaciteit. Mocht de lader dit al na
enkele minuten aangeven, dan wijst dit erop
dat de accucapaciteit gering is. De accu moet
worden vervangen.
Berekening van de laadtijd (afbeelding 3)
De laadtijd wordt bepaald door de laadtoestand
van de accu. Bij een lege accu kan de laadtijd bij
benadering tot ca. 80% lading met de volgende
formule worden berekend:
batterijcapaciteit in Ah
laadtijd/h =
amp. (laadstroom)
De laadstroom moet 1/10 tot 1/6 van de batterij-
capaciteit bedragen.
- 70 -