Opgeslagen gascilinders moeten:
•
Rechtop staan als ze hiervoor zijn ontworpen
•
Stevig worden vastgezet om te voorkomen dat ze omvallen
•
Zijn uitgerust met klepbeveiligingen (bijv. doppen, beschermkappen, enz.) indien deze zijn
geleverd
•
Apart worden opgeslagen overeenkomstig de verschillende categorieën (bijv. ontvlambaar,
oxiderend, enz.)
•
Apart worden opgeslagen op basis van de inhoud en duidelijk worden gemarkeerd als 'vol'
NL
of 'leeg'
•
Zodanig worden beheerd dat de oudste cilinders het eerst worden gebruikt
•
Regelmatig op hun algemene toestand worden onderzocht
Personeel: (dat de opslagruimte betreedt) moet:
•
Verantwoordelijk en competent zijn voor het bewaren van gascilinders en de inhoud ervan,
zoals hierboven beschreven
•
Bekend zijn met de inhoud van gashouders en deze kunnen identificeren alsmede bekend
zijn met het mogelijke gevaar
3.1.2. NOODPROCEDURES:
Er kan een noodsituatie ontstaan door:
•
Een brand in of in de buurt van de ruimte van het cilinderspruitstuk
•
Een onbedoeld vrijkomen van gas uit cilinders of uit een pijpleiding
•
Een ander mogelijk of daadwerkelijk incident dat gevolgen heeft voor de integriteit van de
spruitstukinstallatie
Te volgen procedure:
•
Sla alarm en waarschuw een supervisor en/of bel de brandweer.
•
Evacueer al het personeel uit de onmiddellijke gevarenzone.
Bij brand: verwijder alle cilinders:
•
Sluit de cilinderklep(pen) op alle cilinders/cilinderbundels.
•
Sluit de isolatieklep(pen) van de rij.
•
Koppel de hogedrukslangen los.
•
Verplaats de cilinders naar een veilige zone met gebruikmaking van een geschikte
cilindertrolley.
Bij het ongecontroleerd vrijkomen van gas:
•
Open de deuren van de ruimte waarin zich het spruitstuk bevindt om de zone te ventileren.
•
Breng geen ontstekingsbronnen in de ruimte.
Het is belangrijk dat iedereen te allen tijde vrije toegang heeft tot deze instructies en dat het
spruitstuk pas in gebruik wordt genomen nadat de operator zich volledig vertrouwd heeft
gemaakt met de functies, bedieningselementen en veiligheidsmaatregelen.
Alle werkgevers zijn verplicht, de benodigde informatie en training te verstrekken en toezicht
te houden volgens de nationale normen om de gezondheid en werkveiligheid van hun werk-
nemers te garanderen.
4. AANWIJZINGEN VOOR MEDEWERKERS EN CURSUSSEN
Overeenkomstig de Medical Devices Directive, de leverancier er voor dient te zorgen, dat het
personeel dat omgaat met het product, voorzien is van gebruikshandleidingen en product in-
formatiebladen en volledig getraind zijn om met de bewuste apparatuur te kunnen en mogen
werken. Trainnees dienen te worden gecontroleerd door een ervaren geauthoriseerd persoon.
Gebruik de apparatuur nooit zonder te zijn getrained. De training kan en mag alleen uitge-
voerd worden door geschoold, ervaren en kundig peroneel die op hun beurt geautoriseerd
zijn door de producent.
GCE- product trainingsprogramma wordt u verzocht om contact op te nemen met GCE.
26/48