6.1. MONTAGE TEGEN DE MUUR
Raadpleeg voor de positionering van het
spruitstuk de verantwoordelijke ontwer-
per van het centrale gassysteem. Monteer
het spruitstuk op een hoogte die geschikt
is voor cilinders of cilinderbundels.
De gaten voor het monteren van het
spruitstuk worden getoond in figuur 3.
NL
Denk eraan dat alleen de bovenste
schroef het volledige gewicht van het
spruitstuk draagt. De grootte van de ge-
bruike schroeven moet zijn afgestemd op
de totale belasting.
6.2. AANSLUITING UITLAAT-
VERBINDING
Soldering pijp met diameter 15 mm.
6.3. AANSLUITING VEILIG-
HEIDSKLEP EN ONTLUCH-
TINGSUITLATEN
Fig. 2
Soldering pijpen met diameter 10 mm. De
pijpen, komend vanaf de veiligheidsklep en de ontluchting, kunnen (met behulp van een T-kop-
pelstuk) aan elkaar worden gesoldeerd en hebben een gezamenlijke uitlaat buiten het gebouw.
6.4. AANSLUITING UITLAATPIJPEN / HOGEDRUKSLANGEN / VERZAME-
LAFTAKKING
Schroef uitlaatpijp / hogedrukslang vanaf cilinders of cilinderbundels / verzamelaftakking op de
inlaatverbinding op het spruitstuk. Vergewis u ervan dat de afsluitklep (B) en de ontluchtings-
klep (C) zich in de gesloten stand bevinden.
Open LANGZAAM één cilinder van de rij.
Controleer de verbinding tussen de uitlaatpijp en de inlaatverbinding op lekkages met behulp
van een 0,5% teepol/water-oplossing.
Zijn er geen lekkages, open dan langzaam de overige cilinders van die rij.
Opmerking: als er een lekkage optreedt tussen de uitlaatpijp/hogedrukslang/verzamelaftak-
king en de inlaatverbinding, dient u te controleren of er een afdichtring niet correct is aange-
bracht of ontbreekt.
6.5. AANSLUITING OP DE ENERGIEBRON EN OP HET ALARMSYSTEEM
Alle werkzaamheden aan elektrische bedrading moeten worden uitgevoerd door een ge-
schoolde monteur die over een vergunning beschikt conform nationale normen.
Neem de gebruiksaanwijzing voor het gasalarmsysteem in acht (zoals de Gasalarm – C44).
Het product moet worden geaard door middel van de ankerbout bij het etiket aardlekbevei-
liging.
28/48