De Volgende Periodieke Controles - GCE druva MM90 STANDBY Instrucciones De Uso

8. ALARMTOESTANDEN
8.1. ALARMPROCEDURE
Bij signalering van een alarmtoestand gaat de betreffende indicator branden en er klinkt een
akoestisch signaal (zoals bij de aanbevolen accessoire Gasalarm C44). De alarmtoestand dient
te worden geregistreerd en vereiste maatregelen moeten worden genomen, zoals beschreven
in de volgende paragrafen.
NL
8.2. STATUS AANGEGEVEN DOOR ALARM
8.2.1. LEGE CILINDERS
Het signaal wordt afgegeven door drukschakelaar nr. 1 aan de inlaatzijde van het paneel (zie
hoofdstuk Productbeschrijving).
Vervang de lege cilinders door volle cilinders zoals beschreven in hoofdstuk 7.
•
Controleer of de akoestische en visuele alarmen (op de C44) zijn opgeheven.
•
8.2.2. HOGE TOEVOERDRUK
Het signaal wordt afgegeven door drukschakelaar nr. 2 aan de uitlaatzijde van het paneel (zie
hoofdstuk Productbeschrijving).
Controleer of de uitlaatdruk van de regelaar overeenkomt met de instelwaarde. Is dit niet het
•
geval, dan zet u de regelaar terug door aan de regelaarschroef te draaien.
Indien kort na het terugzetten van de regelaar dezelfde alarmtoestand zich herhaalt, is er
•
waarschijnlijk sprake van een lek binnen in de regelaar. Vervang de regelaar door een nieuw
exemplaar of door een gereviseerde unit.
8.2.3. LAGE TOEVOERDRUK
Het signaal wordt afgegeven door drukschakelaar nr. 3 aan de uitlaatzijde van het paneel (zie
hoofdstuk Productbeschrijving).
Controleer of de uitlaatdruk van de regelaar overeenkomt met de instelwaarde. Is dit niet het
•
geval, dan zet u de regelaar terug door aan de regelaarschroef te draaien.
9. INSTRUCTIE PERIODIEK ONDERHOUD
Periodiek onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerde personen met
inachtneming van nationale normen. Gebruik alleen originele onderdelen van GCE. Neem con-
tact op met GCE voor meer informatie over reparatieprocedures.

9.1. DE VOLGENDE PERIODIEKE CONTROLES

– moeten elke week worden uitgevoerd:
• Controleer alle kleppen op correcte werking en test ze op lekkages met een vloeistof voor
het opsporen van lekken.
• Controleer leidingen op lekkage met behulp van een vloeistof voor het opsporen van lekken.
• Controleer of alle instructies zich op de juiste plaats bevinden, goed leesbaar zijn en niet aan
het zicht worden onttrokken.
• Inspecteer de omgeving van de cilinders op nieuwe verschijnselen sinds de laatste inspectie,
die invloed zouden kunnen hebben op het verdere veilige gebruik van het spruitstuk.
30/48