Aanwijzing na het kalibratietraject
n
Na de inwerkingstelling kan het gazon met de robotmaaier
gemaaid worden volgens de in de fabriek ingestelde
maaitijden, zonder verdere programmeringen uit te
voeren.
n
Het maaiprogramma is actief, de batterij wordt
opgeladen.
n
De in de fabriek ingestelde maaitijden zijn de volgende:
Ma. - Vr.: 08:00 - 12:00 en Ma. - Vr.: 14:00 - 18:00
LET OP!
N a t i o n a l e vo o r s c h r i f t e n k u n n e n h e t
gebruik van de machine beperken. Houd
u aan de plaatselijke regels voor wat betreft
geluidsoverlast.
De installatie van de kabel controleren
ca. 1 m
1. Zet de robotmaaier op ongeveer 1 meter afstand voor de
perimeterdraad.
2. Druk op de [HOME-toets], de robotmaaier verplaatst zich
langs de perimeterdraad in de richting van het laadstation.
3. Bij een botsing, of als het installatietraject van de
perimeterdraad te smal is, stopt de robotmaaier.
4. Verhelp de fout, zet de robotmaaier opnieuw op ongeveer
1 m afstand van de perimeterdraad en druk opnieuw op de
[HOME-toets].
Opmerking!
Door op de [HOME-toets] te drukken wordt de maaidag
uitgeschakeld.
Door op de [START-toets] te drukken, wordt de maaidag
geactiveerd en begint het maaien.
24
6.9
De robotmaaier starten
n
Schakel de robotmaaier in door op de ON/OFF-toets te
drukken.
De pincode invoeren
n
Nu moet de pincode worden ingevoerd.
Aanwijzing Volgend gebruik
n
Nadat de pincode is ingevoerd, verschijnt op het display de
aanwijzing [Volgend gebruik]. Nu is de robotmaaier klaar
om met het maaien te beginnen.
n
De robotmaaier start automatisch wanneer het volgende
maaivenster wordt bereikt.
n
Door op de [START/PAUZE-toets] te drukken, kan het
maaien onmiddellijk beginnen.
n
Op het display knippert de waarschuwing [Motor gestart]
en er klinkt een geluidssignaal.