Opnemen
• Schakel Hold uit ( ➜ bladzijde 2).
• Druk op [STOP] om het apparaat te stoppen.
1
Selecteer met de opnamepositieschakelaar de juiste
positie.
Selecteer de juiste positie voor de omstandigheden ( ➜ bladzijde 4).
Selecteer een map voor de opname. ( ➜ rechts)
2
Elke keer als u op [•FOLDER/åMENU] drukt, gaat u naar een
andere map. Maak een keuze uit "
". (De fabrieksinstelling
is "
".) Als u "
" selecteert, wordt de opname automatisch
opgeslagen in " ". (Als de map al 99 bestanden bevat, wordt de
volgende map met opnamecapaciteit gebruikt.)
Druk op [REC/PAUSE] (de opname start).
3
Elke keer als u drukt
Pauze
Opname wordt hervat
Display tijdens opnemen
L i c h t j e b ra n d t c o n t i nu . ( K n i p p e r t i n d e
pauzestand.)
Het display verander t afhankelijk van het
opnameniveau. Bij stereo: boven linkerkanaal/
XP
onder rechterkanaal.
Verstreken opnametijd
(Knippert in de pauzestand.)
Stoppen:
Druk op [STOP].
*
Als u de opnamepositieschakelaar tijdens een opname
verschuift, wordt de nieuwe instelling pas na de opname van
kracht.
*
Wijzig desgewenst de opnamemodus ( ➜ rechts).
Map
Op dit apparaat betekent [Folder] de locatie waar opname-/
muziekbestanden worden opgeslagen.
Het apparaat heeft 4 geluidsmappen "
" en 1 muziekmap
"
".
Als u elke map gebruikt voor de bijbehorende opnamen, kunt u
bestanden later eenvoudig terugvinden.
U kunt in elke geluidsmap (
–
) 99 bestanden opslaan.
Bestand
De opgenomen geluidsgegevens worden van het beginpunt tot het
eindpunt opgeslagen. De opgeslagen gegevens worden een bestand
genoemd.
De opnamemodus instellen (XP/LP/EP)
• Druk op [STOP] om het apparaat te stoppen.
1. Druk op [•FOLDER/åMENU] en houd deze knop ingedrukt
totdat u het menuscherm ziet.
U ziet "
" (knipperend).
2. Druk op q / g om te bevestigen.
3. Druk op u of i om "XP", "LP" of "EP" te selecteren en
druk op q / g om te bevestigen.
NEDERLANDS
5
65