3 Gebruik van de omgekeerde osmose
3.1
RO-apparaat inschakelen
4
Het RO-apparaat moet aan slangen en op het elektrische stopcontact zijn aangesloten.
Het apparaat BWT bestaqua 14ROC wordt met de schakelaar (op de achterzijde van het appa-
raat) ingeschakeld. Het blauwe ledje geeft aan dat de RO in bedrijf is (POWER ON).
3.2 Instelling van de waterkwaliteit met het mengventiel
▽
LET OP!
De standaardinstelling op de filterkop is de stand „0" (geen bijmengfunctie).
f
Met behulp van het geïntegreerde mengventiel kan de geleidbaarheid van het permeaat door
bijmengen van voedingswater worden verhoogd. Of het bijmengen van voedingswater noodza-
kelijk is, hangt af van het gebruik. Indien nodig kan de menginstelling (bijmengen van voedings-
5
water via de bypass) in de standen 1, 2 en 3 worden aangepast.
De instelmengkop bevindt zich onder het bovenste onderhoudsdeksel. Door op de blauwe knop
te drukken, kan de bypassinstelling worden aangepast. Door de instelmengkop bij ingedrukte
blauwe knop te draaien, kan de gewenste stand 1, 2 of 3 worden ingesteld. Door het omscha-
kelen naar hogere standen (1, 2 of 3) kan het bijmengpercentage op (25%, 50% of 75%) worden
verhoogd.
▽
LET OP!
Het geproduceerd permeaat (met bijmengfunctie nul) mag niet voor brandblusdoeleinden
f
worden gebruikt!
3.3
Hygiëneconcept en gebruikspauzes
Teneinde de maximale technische levensduur van de membraan te waarborgen, zijn er twee
hygiëne concepten:
Stopvertraging: Na iedere productie loopt de pomp gedurende ca. 10 s na om de membraan
met leidingwater te spoelen. Daardoor wordt gewaarborgd dat de geleidingswaarde op de
concentraatzijde van de membraan weer wordt verlaagd tot de ingangsgeleidings waarde.
Stagnatiepieken worden daardoor vermeden en verkalking van de membraan wordt voor-
komen. De hoeveelheid afvalwater dat daarvoor nodig is, bedraagt daarbij ca. 330 ml.
Intervalspoeling: Voor zover het apparaat in de tussentijd (weekend, ...) niet wordt gebruikt,
vindt er om de drie uur een automatische spoeling van de membraan plaats. Daarbij opent
het ingangsmagneetventiel gedurende zich ca. 30 s en de membraan wordt met leidingdruk
gespoeld. De hoeveelheid afvalwater dat daarvoor nodig is, bedraagt daarbij al naar gelang
de leidingdruk tussen 300 en 700 ml.
Indien de RO gedurende langere tijd (bijv. tijdens een vakantie) spanningsloos buiten bedrijf is,
moet het apparaat 5 minuten lang worden gespoeld. Daarbij moet zijn gewaarborgd dat het
spoelwater evt. via de verbruiker kan wegstromen. Het spoelwater moet worden afgevoerd.
AANWIJZING!
Neem tevens de bedieningshandleiding van het gebruikte externe voorfilter in acht.
f
3.4 Demontage/montage van een nieuwe RO-patroon
Ter voorbereiding op de demontage van de RO-patroon moet de voedingswater voorziening
6
worden gesloten. Trek de stekker uit het stopcontact en controleer dat de blauwe led
POWER ON niet meer brandt.
Schroef de oude RO-patroon los door eerst het RO-apparaat met de rechter hand naar
achteren te kantelen en vervolgens met de linker hand de oude, verbruikte RO-patroon tegen
de wijzers van de klok in (linksom) los te schroeven.
7
Aansluitend neemt u de nieuwe RO-patroon en schroeft deze in de schroefdraad vast. Let
erop dat de opening aan de punt van de RO-patroon precies in het midden van de voedings-
8
pin wordt gestoken.
De vervangingsinterval van een RO-patroon bedraagt ca. 12 maanden en kan al naar gelang de
kwaliteit van het onbehandelde water variëren.
67