Omrekeningsfactoren:
dm
cm
3
3
0,01
= 10
0,1
= 100
1
= 1000
10
= 10000
100
= 100000
1000
= 1000000 = 1
ppm
Vol.%
1
= 0,0001
10
= 0,001
100
= 0,01
1000
= 0,1
10000
= 1
100000
= 10
1000000
= 100
Belangrijk
Jaarlijkse kalibratiecycli respecte-
ren
De aansprakelijkheid voor schade die het ge-
volg is van gebruik voor andere doeleinden,
ligt bij de gebruiker. Voor vragen over het ge-
bruik van dit apparaat kunt u in Duitsland de pro-
duct- en toepassingsadviesdienst contacteren op
T +49 (0)180 60 65 69 (14 cent/min).
Beschrijving / bediening
Door zijn eenvoudige bediening kan het appa-
raat door iedereen gebruikt worden om lekken
op te sporen. Het apparaat is door zijn grootte
en gemakkelijke hanteerbaarheid ideaal voor
alle installateurs of nooddiensten.
Met de beweeglijke sensorkop kunt u ook op on-
toegankelijke plaatsen metingen uitvoeren.
Sensor (afb. I/II)
In de sensorkop 1 bevindt zich een gevoelige gas-
sensor die geschikt is voor methaan en ook daarvoor
gekalibreerd is. De sensor reageert echter ook op
andere gassen zoals propaan, waterstof of benzine-
dampen.
Gassensoren die lang opgeslagen worden zonder
gebruikt te worden, verliezen hun werkpunt. Dit
gebeurt door "vervuiling" (zuurstofbinding) van de
sensoroppervlakken en kan niet voorkomen worden
als het apparaat niet gebruikt wordt. Daarom is het
m
liter
3
= 0,00001 = 1/100
= 0,0001 = 1/10
= 0,001
= 1
= 0,01
= 10
= 0,1
= 100
= 1000
CH
in 1m
3
4
lucht
=
1
cm
3
=
10
cm
3
=
100
cm
3
=
1
dm
3
=
10
dm
3
=
100
dm
3
=
1
m
3
raadzaam om het apparaat regelmatig (om de 2 tot
3 dagen) te gebruiken en voor ca. 15 minuten in-
geschakeld te laten. Zo voorkomt u dat bij gebruik
van het apparaat een langere wachttijd ontstaat. Dit
wordt gekenmerkt door een meetsignaal na de op-
warmfase en kan in ongunstige omstandigheden tot
45 minuten bedragen.
Om verontreinigingen aan en in de sensorkap te ver-
wijderen, schroeft u de sensorkap af en reinigt u deze
met perslucht zoals afgebeeld in afb. II.
Belangrijke waarschuwing m.b.t. de
sensor.
De sensor mag niet in contact komen met hoge con-
centraties zwavelwaterstof, zwaveloxiden, chloor of
chloorwaterstof. Dit leidt tot corrosie of barsten van
de aansluitingsverbindingen in de sensor of verwar-
ming van de sensor. De sensor mag niet in aanraking
komen met alkalisch materiaal, zoutwater of recht-
streeks water. Dit veroorzaakt een hoog driftgedrag
(nulpuntstabiliteit) van de sensor. Vochtige sensoren
kunnen onder invloed van vorst breken en vernield
raken.
De sensor is gevoelig voor vuil en vocht.
Let er daarom steeds op dat de sensor niet met vuil
of vocht in contact komt. Steek de sensorkop in geen
geval in de grond of in een vloeistof.
Meetbereik (afb. I)
Het meetbereik van het apparaat dekt met de vijf gas-
concentratie-LED's 7 een meetbereik van ca. 10 ppm
tot ca. 1 vol %. Bij toenemende concentratie wordt de
pulsfrequentie van het akoestisch signaal groter tot
een permanente toon als ca. 1 vol % bereikt wordt.
Let bij uw metingen op het feit dat methaan lichter is
dan lucht en zodoende steeds stijgt. Meet daarom
steeds boven de te controleren buis of de vermoede-
lijke plaats van het lek.
LED - schaal (afb. III)
De 5 LED's worden aan de volgende gasconcentra-
ties gekoppeld.
1 1,0 vol% methaan LED rood
2 0,1 vol% methaan LED rood
3 100 ppm methaan LED rood
4 50 ppm methaan LED geel
5 10 ppm methaan LED geel
Indien het apparaat in de fabriek gekalibreerd is voor
een andere gassoort, dan hebben deze waarden be-
trekking op dat gas.
31