GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE MOTORZAAG
Ontdoe de mechanismen van de kettingrem die
in het zicht geplaatst zijn regelmatig van spanen
en zaagsel.
Probeer de motorzaag niet zelf te re-
pareren of te veranderen.
8.4 KETTING
ONDERHOUD EN SLIJPEN
- Met een goed geslepen ketting kunt u moeite-
loos werken, heeft u een goed zaagrendement
en treedt er geen abnormale slijtage van de
mechanische onderdelen en het zaagblad op.
- Als de ketting niet voldoende gesmeerd is moet
u de hoeveelheid olie verhogen door de stel-
schroef van de pomp linksom te draaien (afb.
17).
- Alvorens de ketting te slijpen moet de
ketting eerst door middel van de
kettingspanner (afb. 9) gespannen wor-
den, zie het hoofdstuk "MONTAGE ZAAGBLAD
EN KETTING".
- Na het slijpen moet u de ketting loszetten zo-
als blijkt uit de montageaanwijzingen.
- Tijdens het slijpen moet u de ketting vastzet-
ten door de rem in te schakelen.
- Gebruik een ronde vijl (speciaal voor kettingen) met
een diameter van 5/32" (4 mm) afb. 18 detail 1.
Bekijk de slijphoeken zoals aangegeven op afb.
18 detail 2-3.
- Slijp eerst alle tanden aan de ene kant door van
binnen naar buiten te vijlen (afb. 18 detail 5) en
daarna alle tanden aan de andere kant.
- Houd de vijl zodanig dat hij ongeveer 1 mm boven
de hoogte van de zaagpunten uitsteekt (afb. 18
detail 4).
8.5 AFSTELLING "MINIMUM"
MOTORTOERENTAL
- De carburateur van uw motorzaag is tijdens
de productiefase afgesteld op de standaard
waarden. Alleen de schroef [T] (afb. 19) voor de
afstelling van het minimum toerental kan versteld
worden.
Aangezien er voor de afstelling een spe-
ciale beroepsopleiding vereist is wordt
geadviseerd om zich tot een VAKKUNDIGE
SERVICEDIENST te wenden.
Schroef [T]: Zorgt ervoor dat de vlinderklep iets
open blijft staan zodat het "MINIMUM" toerental op
de juiste draaisnelheid geregeld kan worden.
ATTENTIE GEVAAR!! Door een hoge
afstelling van het "minimum" toerental
kan de centrifugale koppeling in werking
treden en kan de zaagketting in beweging
komen ook als de gashendel losgelaten is.
9. PERIODIEK ONDERHOUD
GEVAAR!! Voer geen controles, on
derhoud en reparaties bij een
draaiende motor uit.
9.1 KETTING
Zie de betreffende paragraaf 8.4 "KETTING".
9.2 ZAAGBLAD
- Maak de groef waarin de ketting loopt en de olie-
doorgangen regelmatig schoon.
- Smeer het kettingtandwiel met lagervet.
- Draai het zaagblad (bij elke onderhoudsbeurt) om
zodat de slijtage gelijkmatig verdeeld wordt.
NL
SCHROEF [T]
65