2. Plaats het stoeltje op de bagagedrager en draai de draaiknop (G1) aan, zodat het
stoeltje stevig vast zit aan de bagagedrager. Controleer of de beugel (G3) goed klemt
aan de bagagedrager.
3. Draai de handknop (G1) weer vast, zodat het zitje stevig op de bagagedrager vastzit.
Zodra de handknop goed vastgedraaid is, moet u erop letten dat de veiligheidspal
correct vastgezet is, zoals in de afbeelding weergegeven.
4. Het zwaartepunt van het kinderzitje (F) (aangegeven op het kinderzitje) moet zich
voor de as van het achterwiel bevinden. Als het zich achter de as bevindt, dan mag het
zich niet verder dan 10 cm achter de as bevinden. Als dit wel het geval is, pas dan de
positie van het kinderzitje aan. Let er bij het vastmaken van het kinderzitje goed op dat
de fietser tijdens het fietsen het kinderzitje niet met zijn/haar voeten raakt. Zorg ervoor
dat de bevestigingsplaat (G) stevig vastzit aan de bagagedrager, voordat u verder gaat.
Deze stap is uiterst belangrijk voor de veiligheid van het kind en de fietser. Controleer
regelmatig of deze klemmen nog steeds stevig vastzitten.
Let op: In Duitsland moet volgens de Duitse verkeerswet StVZO het fietszitje zo
geplaatst zijn dat 2/3 van de diepte van het zitje of het zwaartepunt zich tussen de
voor- en achteras van de fiets bevindt.
5. Haal de veiligheidsriem (C) rond het fietsframe. Stel hem onder spanning bij zoals in
de afbeelding te zien is. Zorg ervoor dat het resterende losse stuk van de riem niet in
contact met het wiel kan komen. Deze stap is uiterst belangrijk voor de veiligheid van
het kind.
6. Maak eerst de gordel los, voordat u het kind in het zitje plaatst.
Dit doet u door de ontgrendelingsknoppen aan beide zijden van de veiligheidsriem (B4)
in te drukken en de gesp (B1) omhoog te trekken, zodat die uit de houder (B5) loskomt.
Plaats het kind in het zitje. Steek de veiligheidsgesp (B1) weer in de houder (B5). Controleer
of de houder voor de gesp (B5) op de juiste plaats zit en het kind geen pijn kan doen.
Vervolgens stelt u de lengte van de gordel af op het grootte van het kind, zodat
het kind veilig vastzit. Allereerst past u de hoogte van de gordel aan. Hiervoor trekt
u aan de gordelbanden, totdat ze de lengte van het kind hebben. Dit doet u met de
verstelgespen (B2) en (B3).
Om mee te gaan met de groei van het kind gebruikt u de openingen voor het afstellen
van de gordel (B6) om de hoogte van de riem aan te passen.
Voordat u gaat fietsen, moet u altijd goed controleren of het kind goed vastzit en of de
gordel nauw sluit maar niet zo strak zit dat het kind er pijn door krijgt. We raden aan
om eerst de veiligheidsgordel af te stellen en dan pas het kind de helm op te zetten.
NB: Altijd de veiligheidsgordels gebruiken.
7. tel de hoogte van de voetsteun af op de grootte van het kind. Hiervoor tilt u het
hendeltje (E1) omhoog en schuift u de voetsteun omhoog of naar beneden. Zodra u
de juiste hoogte hebt gevonden, brengt u het hendeltje (E1) omlaag om de steun op
die plaats vast te zetten.
8. Om het bandje van de voetsteun (D) te verwijderen, tilt u dit licht omhoog zodat het
loskomt uit de pin voor de voetsteun (E2). Vervolgens schuift u het bandje omhoog om
het uit de gleuf van de voetsteun te halen. Daarna haalt u het dunne uiteinde van het
plastic bandje door de opening in de voetsteun, zoals in de afbeelding weergegeven.
Zodra het bandje op de juiste plaats zit, kunt u het eenvoudig naar boven of beneden
schuiven om het af te stellen op de grootte van het kindervoetje. Plaats vervolgens een
van de openingen in het bandje om de pin voor de voetsteun (E2) heen.
9. Zorg ervoor u alle opgegeven instructies volledig opgevolgd heeft. Als dat het
geval is, dan is het fietszitje klaar voor gebruik. HET IS VERPLICHT OM het volgende
hoofdstuk over veiligheidsinstructies voor het gebruik van uw fietszitje TE
LEZEN.
HOE UW FIETSZITJE TE VERWIJDEREN
Maak de veiligheidsriem (C) los, zodat u het fietszitje kunt verwijderen. Om het zitje van
de bagagedrager te verwijderen, draait u de handknop (G1) los en tilt u tegelijkertijd de
veiligheidsring (G2) op. Hierdoor kan het kaakmechanisme (G3) wijder geopend worden
dan de breedte van de bagagedrager.
GEBRUIKSAANWIJZING
• De fietser moet ten minste 16 jaar oud zijn. Controleer de wetgeving en nationale
regelgeving die hierop van toepassing zijn.
• Let er goed op dat het gewicht en de lengte van het kind niet boven de maximale
capaciteit van het zitje uitkomen en controleer dit regelmatig. Controleer het gewicht
8