Companion 5
Gebruiksaanwijzing
Voor gebruik
Deze gebruikershandleiding dient als referentie om u te
helpen het apparaat te bedienen en te onderhouden. Als
u vragen of twijfels hebt, kunt u contact opnemen met
uw thuiszorgverlener.
Belangrijk! Probeer NIET om de Companion 5 te
gebruiken zonder eerst de Veiligheidsrichtlijnen
van deze handleiding te hebben gelezen. Volg
alle gebruiksaanwijzingen. Houd rekening
met de Waarschuwingen op het apparaat
en in de gebruikershandleiding. Volg alle
veiligheidsmaatregelen om gevaar voor brand,
persoonlijk letsel of ernstige beschadiging van de
Companion 5 te voorkomen.
De Companion 5 van CAIRE maakt niet zelf
zuurstof aan. Het apparaat produceert hoogzuivere
zuurstof uit de omgevingslucht in de ruimte en
dient deze vervolgens aan u toe. Lucht in de ruimte
bevat ongeveer slechts 21 volumeprocent natuurlijk
aanwezige zuurstof.
Door een compressor wordt lucht in de ruimte
opgenomen door de concentrator. De lucht reist dan
door een reeks filters en een moleculair zeefbed dat
stikstofmoleculen chemisch opneemt. Hierdoor wordt
de met zuurstof verrijkte lucht die uit de concentrator
komt, toegediend met 87-95 volumeprocent zuurstof.
WAARSCHUWING: MAAK DE BEHUIZING,
HET BEDIENINGSPANEEL EN HET
STROOMSNOER ALLEEN SCHOON MET
EEN MILD SCHOONMAAKMIDDEL
EN EEN VOCHTIGE (GEEN NATTE)
DOEK OF SPONS, VEEG VERVOLGENS
ALLE OPPERVLAKKEN DROOG. LAAT
GEEN VLOEISTOF IN HET APPARAAT
TERECHTKOMEN. BESTEED BIJZONDERE
AANDACHT AAN DE ZUURSTOFUITGANG
VOOR DE CANULEAANSLUITING OM
TE VERZEKEREN DAT DEZE VRIJ IS VAN
STOF, WATER EN ANDERE DEELTJES.
LET OP: blokkeer nooit de openingen
van de luchtinlaat/-uitlaat.
Dit kan oververhitting van de
zuurstofconcentrator veroorzaken en
de goede werking ervan beïnvloeden.
Gebruik de zuurstofconcentrator niet
als het luchtinlaatfilter niet is bevestigd.
Als een tweede filter is meegeleverd,
plaatst u het 'vervangingsfilter' voordat
u het vervuilde filter reinigt. Maak het
vuile filter schoon in een sopje en laat
het volledig drogen vóór gebruik.
112 - DUT Onderdeelnr. 15062781-C4 H | Gebruikershandleiding
Stap 1: uw Companion 5 plaatsen voor gebruik
Plaats de Companion 5 in een goed geventileerde,
verlichte ruimte. Zorg ervoor dat de luchtinlaat- en
-uitlaatopeningen niet worden geblokkeerd. Plaats
de Companion 5 dusdanig dat hoorbare en visuele
indicatoren of alarmen zichtbaar en hoorbaar zijn.
Sluit het apparaat aan op een wisselstroomcontact.
Stap 2: Als u de luchtbevochtigerfles NIET gaat
gebruiken
Luchtinlaatlocatie
Locatie van
koelluchtinlaat
a. Sluit een neuscanule of zuurstofslang rechtstreeks
aan op de slangkoppeling van de zuurstofuitgang.
b. Ga door naar stap 4.
Stap 3: Als u de luchtbevochtigerfles WEL gaat
gebruiken
a. Draai het deksel van de luchtbevochtigerfles open.
b. Vul de fles met gedistilleerd water. Zorg ervoor dat
het waterniveau het door de fabrikant aangegeven
maximale en minimale niveau dat zichtbaar is op de
fles niet overschrijdt.
c. Plaats het deksel terug op de luchtbevochtigerfles.
Zorg ervoor dat er geen lekkages zijn.
d. Sluit een neuscanule of standaardzuurstofslang
aan op de slangkoppeling van de uitgang van de
luchtbevochtigerfles.
Opmerking: het gebruik van een luchtbevochtiger
die niet is genoemd voor gebruik in combinatie met
deze zuurstofconcentrator kan de werking ervan
beïnvloeden.
Uitlaatope-
ning
Luchtinlaatlocatie